Chilobrachys fimbriatus

Chilobrachys fimbriatus

Chilobrachys fimbriatus Pocock, 1899, ook wel de “Indian violet (earth tiger)” of “gestreepte dwergvogelspin” genoemd, is een door haar kleurenpatroon en visgraattekening op het abdomen zeer opvallende vogelspin uit India. Het is onbegrijpelijk waarom ze in haar volksnaam tot dwerg gedoopt wordt, daar ze toch relatief groot worden. Ze wordt vaak gezien als de mooiste vogelspin uit het Chilobrachys-genus. Net om deze reden is ze fel gegeerd bij hobbyisten en wordt ze aan de lopende band naar Europa en Amerika gesmokkeld.


I. SPECIFIEKE INFORMATIE

Wetenschappelijke naam: Chilobrachys fimbriatus.

Subfamilie: Selenocosmiinae – Chilobrachini

Nederlandse naam: Gestreepte dwergvogelspin.

Ook bekend als: Indian violet (earth tiger).

Gedateerde namen: Ischnocolus decoratus Tikader, 1977.

World spider catalog

Type: Gravende vogelspin.

Categorie: Old world tarantula.

Brandharen: Nee.

Gif: Afhankelijk van de locatie van de beet en de hoeveelheid gif dat werd toegediend, kan dit een zeer pijnlijke ervaring zijn. Op heden is er echter nog geen wetenschappelijk onderzoek dat dit bevestigt.

Herkomst: IndiaGoa, West-Maharashtra, Noordwest-KarnatakaSpecifiek.

Lichaamslengte: ≤ 6/7cm.

Spanwijdte: ≤ 15cm.

Gedrag: Nerveus en defensief. De spin zal, bij gebrek aan een vluchtweg, een dreigende houding aannemen en desgevallend bijten. Typerend aan het Chilobrachys-genus zijn de ondergrondse tunnels en prachtige webben die ze maken.

Groeisnelheid: Snel.

Levensverwachting: Vrouwtjes worden tot 20 à 25 jaar. Mannetjes kunnen tot 5 jaar worden, wat behoorlijk lang is voor een mannelijke vogelspin.

Beschikbaarheid: Gemakkelijk te verkrijgen in de hobby. Houd in het achterhoofd dat de prijs omgekeerd evenredig stijgt of daalt naarmate het aanbod.

Toegankelijkheid (1/beginner, 10/expert): 5.


II. INFORMATIE VOOR HOUDERS

>>> Eerste hulp

Chilobrachys fimbriatus leeft in tropisch gebied met een moessonperiode, maar overwegend droog. Zowel temperatuur als luchtvochtigheid (70%) zijn het volledige jaar door vrij constant. Onaangenaam vochtige mistbanken steken in aanloop van de moesson (juni, juli, augustus) wel vaker de kop op. De temperaturen klimmen vrijwel dagelijks boven de 30°C. Gaat u het terrarium echter niet overdreven verhitten. De spinnen graven zich, naast het feit dat het schuchtere diertjes zijn, ook in om van de brandende zon te vluchten.

Omgevingsfactoren

Temperatuur: 26-29°C (dag), 22-25°C (nacht).

Luchtvochtigheid: Een vrij constante 70%.

Terrarium

Volwassen: LxBxH: 25x25x50. Min. 3x spanwijdte in hoogte.

Kleiner dan volwassen: Min. 3x spanwijdte in hoogte.

* Voorzie meer oppervlakte naarmate de spin ouder wordt.

Substraat

Volwassen: Min. 2x spanwijdte.

Kleiner dan volwassen: Min. 2,5x spanwijdte.

* Enkele maanden voor aanvang van de moessonperiode bereikt de luchtvochtigheid onaangename hoogtes. Besproei het terrarium hevig voor enkele weken, zonder het substraat kletsnat te maken.

* De spin leeft tijdens de moesson (3-4 maanden) in vochtig gebied. Let erop dat terraria met een hoge vochtigheidsgraad extra gevoelig zijn voor mijten en andere parasieten. Neem dus uw voorzorgen.

Klimaat

Vochtig seizoen: Juni, juli, augustus, september, oktober.

Droog seizoen: Januari, februari, maart, april, december.

Warmste maand: Mei.

Koudste maanden: Januari, december.

Voor meer informatie over het plaatselijke klimaat: Klik hier.

* Je kunt gerust overgaan tot een verdeling die beter samengaat met het klimaat in uw streek. Ga echter niet onder minima of over maxima en verdeel het jaar in die mate dat de spin langere of kortere seizoenen ervaart, zoals hierboven weergegeven. Dit is extra belangrijk als u zichzelf op de kweek wenst toe te werpen.


III. INFORMATIE VOOR KWEKERS

De paring bij het Chilobrachys-genus loopt niet altijd van een leien dakje. De man zal zijn aanwezigheid onmiddellijk kenbaar maken en, hoewel op zijn hoede, vergeleken met andere vogelspinnen relatief snel op zijn doel afgaan. De vrouw komt uit haar vertrouwde ondergrondse kasteel om ofwel te paren ofwel het mannetje te verorberen. Desalniettemin kan er door ervaren kwekers van het genus vrijwel jaarlijks een al dan niet bevruchte cocon bewerkstelligd worden (M. Tempelman, 2015).

• Ga pas een 4-6-tal weken (of later) nadat de spin verveld is kweken. Indien de verpaarde spin vervelt tussen paring en cocon zal uw cocon niet bevrucht zijn.

• Doorvoed de vrouw alvorens tot de paring over te gaan. Ga ze echter niet vetmesten.

• Plan de paring in het najaar, na een periode van overvloedig voedselaanbod.

• De mannetjes worden na de paring vaak de stuipen op het lijf gejaagd. Scheid het mannetje van het vrouwtje onmiddellijk na de paring.

• Houd het terrarium warm en vochtig in aanloop van de paring, om ze nadien 3 maanden te laten uitdrogen en de temperatuur tot 22-24°C te laten zakken. Daaropvolgend is het aangeraden de omgevingsfactoren weer op te bouwen tot zoals hierboven aangegeven, hetwelk het vrouwtje de aanzet zal geven om haar cocon te maken.

• Ongeveer 4 maanden na de paring (enkele weken nadat je de lente hebt geïntroduceerd) zal de vrouw de cocon leggen. Ontneem de cocon, indien gewenst, 4 weken later van het vrouwtje en plaats de eieren in een incubator met een temperatuur van 25-29°C en luchtvochtigheid 75-90%. Deze cocon kan 150-250 eitjes bevatten.


IV. WIST U DAT… 

• Chilobrachys fimbriatus haar habitat deelt met Thrigmopoeus truculentus?

• Niet alle vogelspinnen uit het Chilobrachys-genus ondergrond leven? Chilobrachys huahini bijvoorbeeld durft er wel eens een boombewonende levensstijl op nahouden.

• Gravende vogelspinnen uit het Chilobrachys-genus een relatief lang kopborststuk en achterlijf hebben?


V. LITERATUUR

• Revalidating the taxonomic position of the Indian Ischnocolus spp. (Araneae: Theraphosidae).


VI. COPYRIGHT

• Tekst: Dennis Van Vlierberghe (facebookgroep en –pagina)

• Fotografie: Tobias Brucki (facebookpagina)