Pterinopelma sazimai Bertani, Nagahama, Fukushima, 2011, ook wel de “Brazilian blue tarantula” of “Iridescent blue tarantuala” genoemd, is een door haar kleurenpatroon zeer opvallende vogelspin uit Brazilië. Haar naam heeft ze te danken aan dr. Ivan Sazima, een vooraanstaand Braziliaans zoöloog die als eerste onderzoek verrichte naar de soort. Dr. Ivan Sazima vond de spin in 1971 in Minas Gerais en heeft de spin samen met Sylvia Lucas 10 jaar onderzocht in het instituut van Butantan. Toen de spin stierf in haar vervelling, was ze nog niet officieel beschreven en maakten de 3 genoemden het werk in 2011 af (link). Het Pterinopelma-genus is monofyletisch gelinkt aan het Lasiodora-, Vitalius– en Nhandu-genus, wat simpelweg inhoudt dat ze dezelfde voorouders hebben (bron). Met als doel het onderzoeken van nieuw ontdekte fauna en flora aan te moedigen, werd Pterinopelma sazimai als eerste Braziliaanse diersoort in 2012 opgenomen in de top 10 van het IISE. De spin is fel gegeerd bij hobbyisten en aan de lopende band naar Europa en Amerika gesmokkeld. Dit in combinatie met een inkrimpend leefgebied, maakt dat de spin lokaal een bedreigde diersoort zou zijn. Koop om deze reden geen import door wildvang, maar enkel nakweek van hobbyisten.
I. SPECIFIEKE INFORMATIE
Wetenschappelijke naam: Pterinopelma sazimai.
Subfamilie: Theraphosinae.
Nederlandse naam: /
Ook bekend als: Brazilian blue, Iridescent blue.
Gedateerde naam: /
Type: Bodembewonende vogelspin. Opportunistische graver.
Categorie: New world tarantula.
Brandharen: Ja (abdomen).
Gif: Wellicht zwak. Er is geen wetenschappelijk onderzoek dat dit bevestigt.
Herkomst: Brazilië, Bahia, Minas Gerais, Chapada Diamantina.
Lichaamslengte: ≤ 5-6cm.
Spanwijdte: ≤ 14-16cm.
Groeisnelheid: Medium.
Levensverwachting: Geen betrouwbare bron beschikbaar.
Gedrag: Pterinopelma sazimai is een schuchtere vluchter. Bij provocatie zal ze niet aarzelen haar brandharen af te werpen. Ze staan erom bekend het gedrag van bodem-, graaf- en in mindere mate boomspinnen te combineren.
Toegankelijkheid (1/beginner, 10/expert): 6.
II. INFORMATIE VOOR HOUDERS
De 3 onderzoekers hebben er haast 5 jaar over moeten doen om de spin te herontdekken, omdat ze leeft in zeer onherbergzaam gebied. Alle exemplaren werden gevonden in hooggelegen rotsachtige gebieden, arm aan vegetatie, met extreme afwisselingen in temperatuur, neerslag en droogte. Daar de bodem het niet toelaat zich in te graven, herbergen de spinnen zich vaak onder rotsen. Hoewel temperaturen gemakkelijk kunnen variëren van 10°C naar 35°C, wordt u ten stelligste aanbevolen uw terrarium niet overdreven te verhitten. De waargenomen temperatuur voor de spin in haar schuilplaats is anders dan de omgevingstemperatuur.
Omgevingsfactoren
Temperatuur: Okt-mei, 24-28°C (dag) en 20°C (nacht). Jun-sep, 20-24°C (dag) en 15°C (nacht).
Luchtvochtigheid: Nov-apr, 70-80%. Mei-jul, 65-75%. Aug-sep, 50-60%. Okt, 60-70%.
Volwassen: LxBxH: 35x30x30. Min. 3-4x spanwijdte in oppervlakte.
Kleiner dan volwassen: Minimaal 3x spanwijdte in oppervlakte.
* Wees er zeker van dat indien u het terrarium evenwel van rotsen (stenen) voorziet, deze niet kunnen instorten van zodra de spin gaat beginnen graven.
Substraat
Volwassen: 1x spanwijdte.
Kleiner dan volwassen: Min. 0,75-1x spanwijdte.
* De spin wordt erg vaak veel te weinig substraat aangeboden. 1x spanwijdte is niets te veel.
* De spin leeft met momenten in héél vochtig gebied, zo vochtig dat ze haar schuilplaats moet beschutten om het niet te laten onderlopen. Let erop dat terraria met een hoge vochtigheidsgraad extra gevoelig zijn voor mijten en andere parasieten. Neem dus uw voorzorgen.
Klimaat
Vochtig seizoen: Januari, februari, maart, april, november, december.
Droog seizoen: Augustus, september, oktober.
Warmste maanden: Oktober tot en met mei, met temperaturen die vlot naar 35°C durven stijgen.
Koudste maanden: Juli, augustus, september.
Voor meer informatie over het plaatselijke klimaat: Klik hier.
* Je kunt gerust overgaan tot een verdeling die beter samengaat met het klimaat in uw streek. Ga echter niet onder minima of over maxima en verdeel het jaar in die mate dat de spin langere of kortere seizoenen ervaart, zoals hierboven weergegeven. Dit is extra belangrijk als u zichzelf op de kweek wenst toe te werpen.
III. INFORMATIE VOOR KWEKERS
De spin laat zich volgens verschillende fora doorgaans vrij gemakkelijk kweken, mits een juiste setting. Zelf heb ik nog geen ervaring met de soort, dus kan ik dit niet bevestigen.
• Ga pas een 4-6 weken (of later) nadat de spin verveld is kweken. Indien de verpaarde spin vervelt tussen paring en cocon zal uw cocon niet bevrucht zijn.
• Doorvoed de vrouw alvorens tot de paring over te gaan. Ga ze echter niet vetmesten.
• Laat de spin alvorens tot paring over te gaan, een koudere periode ervaren. Plan de paring in december of januari, van zodra temperatuur, luchtvochtigheid en voedselaanbod weer stelselmatig omhoog zijn beginnen gaan.
• Houd temperatuur (24°C – 26°C) en vochtigheid (65-70%) na de paring constant.
IV. WIST U DAT…
• Pterinopelma sazimai in Centraal Bahia haar habitat deelt met Lasiodora sp. en Oligoxystre rufoniger?
• Pterinopelma sazimai werd genoemd naar een Braziliaans zoöloog, dr. Ivan Sazima.
• Pterinopelma sazimai als eerste Braziliaanse diersoort in 2012 werd opgenomen in de top 10 van het IISE?
• Pterinopelma sazimai wellicht dezelfde voorouders heeft als vogelspinnen uit het Nhandu-, Lasiodora– en Vitalius-subgenus?
V. LITERATUUR
VI. COPYRIGHT
• Tekst: Dennis Van Vlierberghe (facebookgroup and –page)
• Fotografie: Adolfo Rodolfo
Is pterinopelma sazimai is junior synonymous to nhandu cerradensis?
Hey Charles. No, it isn’t. You can find more info about the species in the following link:
Nhandu cerradensis: http://www.wsc.nmbe.ch/species/37709
Pterinopelma sazimai: http://www.wsc.nmbe.ch/species/37866
Kind regards.
How fast are these? Do they teleport lol. I have 2 slings from a breeder who just successfully started producing.