[:nl]Eerste hulp[:en]First aid[:]

[:nl]

De geneeskunde van spinachtigen staat nog steeds in haar kinderschoenen, maar vergis u niet… Terwijl menig spin een mysterieuze dood sterft, werken tal van wetenschappers de klok rond om antwoorden te vinden. Met deze pagina wensen we u een beeld te geven van de huidige stand van zaken aangaande de geneeskunde bij spinnen en reiken we u enkele strategieën aan om zorgvuldig eerste hulp te kunnen aanbieden. Desalniettemin raden we u ten stelligste aan professionele hulp in te roepen van zodra interventies te technisch worden. Wees uzelf ervan bewust dat uw goede intenties van geen tel meer zijn als uw aanpak de foutieve blijkt te zijn. Niet minder belangrijk is het feit dat we als hobbyisten een groter steentje zouden mogen bijdragen aan het onderzoek door onze wetenschappers. Meld vreemde sterfgevallen en/of ziektes, houd een logboek bij over uw toegepaste eerste hulp en/of lever overleden dieren over aan professionals. Volg altijd de instructies van de professionals. Uw bijdrage komt iedereen ten goede en al zeker het welzijn van onze diertjes. Namens de hele hobby danken wij u bij voorbaat.

Ben je een hobbyist en heb je een vraag? Contacteer ons of vervoeg onze facebookgroep. Ben je een wetenschapper, geprofessionaliseerd in exotische dieren en ben je ervan overtuigd uw bijdrage te kunnen leveren aan verder onderzoek? Neemt u aub contact met ons op. Wij voegen link en regio toe onderaan deze pagina.

Download de SAMENVATTING VAN DEZE PAGINA (pdf).

Download een hygiëne plan van onze vrienden van arachnomedicine.de.


I. BIOACTIEVE SETUP

Bioactieve terraria leveren een bodem die helpt bij het afbreken van afvalproducten. Deze levende bodem bevat microfauna, bacteriën, schimmels en echte planten. Al deze aspecten samen zorgen ervoor dat er een perfect gebalanceerd ecosysteem ontstaat. Meelwormen, superwormen en kakkerlakken doen hun job in vele terraria, zij het dat deze ten prooi zouden vallen van onze spinnen. Geschikter zijn pissebedden (Trichorhina tomentosa, Porcellio scaber, Porcellio spinicornis) en springstaartjes (Collembola spp.). Pissebedden zijn detrivoren en herbivoren, wat met zich meebrengt dat ze dood organisch materiaal (rottende planten of dieren), uitwerpselen, rottend hout, bladeren en een variëteit aan fruitsoorten nuttigen. Springstaartjes zijn evenwel detrivoren, maar ook microbivoren. Ze doen zich tegoed aan afvalproduten, rottend organisch materiaal, schimmels, sporen, bacteriën en een variëteit aan planten. Beide dieren dragen hun onmisbaar steentje bij aan de kringloop van nutriënten. Daar ze zich tegoed doen aan hetzelfde voedsel als saprofytische mijten, komen ze uitermate goed van pas in uw strijd tegen mijtinfecties. Ze verkiezen eerder warme en vochtige omgevingen. In de vochtigere terraria zullen ze zich perfect thuis voelen, waar je ze voornamelijk in de buurt van het waterbakje in drogere terraria zult terugvinden.

Lees meer over bioactieve terraria.

Dwarf tropical woodlice


II. ANESTHESIE

>>> Een instructievideo wordt spoedig geüpload. Kom gauw nog eens een kijkje nemen. 

Leg vers bakpoeder (natriumbicarbonaat) op de bodem van een transparante buis die groot genoeg is om de spin tijdelijk in op te vangen. Gebruik 1 afgestreken theelepel bakpoeder voor de kleinere diertjes. De grotere spinnen mag je er van 2 voorzien. Het deksel moet luchtdicht en schroefbaar zijn. Blokkeer de tube halfweg stevig met een spons en plaats de spin er bovenop. Noch de spons, noch de spin mag zakken gedurende het proces. De spin zou zich lelijk kunnen verbranden. Prik met een spuit doorheen het deksel en de spons en laat een tiental druppels op het bakpoeder vallen. Als reactie zal het bakpoeder beginnen bubbelen en kooldioxide vrijgeven. Dicht het prikgaatje met stevige tape. Laat de spin rusten voor 15 tot 20 minuten. De spin zal in slaap vallen. Hoe groter de spin, hoe langer de wachttijd.

Let wel: Wij adviseren u enkel anesthesie toe te passen als het leven van de spin in gevaar is. Ga dit geenszins voor het plezier uitvoeren. Voorafgaand neem je best contact op met een dierenarts.


III. ACCIDENTEN

Ongelukken staan bovenaan op de lijst van doodsoorzaken. Sommige ongelukjes zijn eerder onschudig, zij het dat velen voorkomen hadden kunnen worden.

III.1. Dehydratatie

Vogelspinnen zijn al bij al vrij gemakkelijk te houden. Het gevaar schuilt hem er echter in dat men de zorg ervoor onderschat. Spinnen worden vaak onvoldoende vers water gegeven, op een zeer incorrecte wijze gevoederd en/of in alles behalve optimale omstandigheden gehuisvest. Dit laatste is vooral van toepassing als men de omgevingsfactoren in de terraria gelijk stelt met die van de locale habitat, zonder verder na te denken over de levenswijze van de spin. Zo graaft de Afrikaanse Pelinobius muticus erg diepe holen om een koelere en vochtigere omgeving op te zoeken. Het gebrek aan dit inzicht kan resulteren in dehydratatie, of erger. Dehydratatie van een gemiddeld niveau laat zich opmerken door toenemende passiviteit en een gerimpeld abdomen. Vaak is het abdomen ook in omvang wat verloren. Ernstige dehydratatie lijdt echter tot complete inactiviteit en deathcurl. Een algemeen aanvaarde en, jammer genoeg, erg vaak toegepaste behandeling is de ICU (Intensive Care Unit). De verzwakte spin wordt op met warm water bevochtigde keukenpapiertjes gelegd, afgesloten van de buitenwereld in een relatief klein bakje (bv. krekelbakje, botervlootje). De spin moet kunnen drinken van het water, maar de boeklongen moeten te allen tijde vrij blijven. Om deze reden mag het niet drassig zijn binnenin. De ICU wordt vervolgens op een rustige en donkere plaats gezet. Dit, in combinatie met temperaturen tussen 25-29°C, zou de spin de ideale omgeving geven om te herstellen. Een nieuwe ICU is best aangeboden als het vorige droog en/of vuil is. Voorstanders van de ICU stellen dat gedehydrateerde vogelspinnen kunnen herstellen in 1 tot enkele dagen. Afhankelijk van de ernst kan het langer duren, al staat het uiteraard niet vast dat de spin zal overleven. Het diertje moet zo weinig mogelijk gestoord worden, al moet men uiteraard een oogje in het zeil houden. Sta me toe te benadrukken wat wij geen voorstander zijn van de ICU-methode. Als relatief drastisch alternatief stellen we voor om in élk geval van dehydratatie de monddelen van de vogelspin eigenhandig (opgepast) in een ondiep drinkbakje te houden. Dit citaat Van Danniella Sherwood laat u verstaan waarom we geen voorstander zijn van ICU: “Taking a spider that is already weakened out of its familiar environment and putting it into a warm and moist tub will do nothing, not to mention ambient humidity has no actual correlation to internal hydration despite many hobbyists regurgitating this information. If a spider is severely dehydrated, what it needs is to be put somewhere where it can drink. Ambient humidity is important for other things, but not for internal hydration, that can only be kept adequate through the spider taking liquids from their food and from drinking water.

Voorkomen is en blijft beter dan genezen. Lees onze gedetailleerde caresheets en leer begrijpen waarom vogelspinnen zich op een bepaalde wijze gedragen. Om dehydratatie te voorkomen is een constante toegang tot vers water, geplande voedertijden en optimale omgevingsfactoren belangrijk.

III.2. Problemen tijdens het vervellen

Met een inflexibel exoskeleton zijn vervellingen noodzakelijk om te groeien. Hoezeer dit proces levensbedreigend kan zijn, wordt dit in de meeste gevallen feilloos uitgevoerd. Voornamelijk oudere, ondervoede en/of onvoldoende gehydrateerde spinnen kunnen ernstige problemen ondervinden tijdens apolysis (voor de vervelling), ecdysis (tijdens de vervelling) en post-ecdysis (na de vervelling). De spin is en blijft de expert, maar in sommige gevallen is interventie noodzakelijk.

III.2.A. Slechte vervellingen

Graag wensen we te verduidelijken dat slechte vervelling resulteren in ongewone consequenties voor de spin. Deze gevolgen kunnen verwaarloosbaar, ernstig tot zelfs levensbedreigend zijn. Een vervelling die veel te lang duurt, maar wel succesvol blijkt, beschouwen we niet als een slechte vervelling. Interventie van de houder kan noodzakelijk zijn. Daar spinnen zich erg bewust zijn van hun omgeving tijdens het vervellen, zijn interventies tijdens de vervelling enkel aangewezen als het leven van de spin aan een zijden draadje hangt. In alle andere gevallen zijn interventies aangewezen na de vervelling. Het is niet ongebruikelijk dat de spin na de vervelling nog een stukje van het oude exoskeleton (bv. rugschild, abdomen, poot) met zich mee draagt. In de meeste gevallen slaagt de spin er zelf in om dit in enkele uren van zich af te schudden. In het andere geval is een lang pincet voldoende om hierbij te helpen. Indien onsuccesvol, zou het kunnen dat de spin in slaap moet worden gedaan van zodra het nieuwe exoskeleton verhard is. Zodoende kun je het oude exoskeleton met een pincet zorgvuldig verwijderen. Neem contact op met een gespecialiseerd dierenarts als je u hier ongemakkelijk bij voelt. Zelden gebeurt het dat de spin vast komt te zitten in haar oude exoskeleton. Als het nieuwe exoskeleton verhardt voordat de spin zich heeft kunnen bevrijden, dan sterft de spin een gruwelijke dood. Ernstig, maar niet onoverkomelijk, zijn misvormde poten ten gevolge van een slechte vervelling. Laat de misvormde poot minstens 2 weken verharden, alvorens de spin te dwingen deze af te werpen. Grijp de femur van de poot stevig vast met een lang pincet. In haar queeste om te overleven, zal de spin de vluchtweg opteren en haar poot zelfstandig afwerpen. Trek geenszins aan de poot (lees ook: autotomie – amputatie). De eerstvolgende vervelling zal de poot teruggroeien, al heeft het meestal wel enkele vervellingen nodig om terug in perfecte conditie te geraken. Vaker voorkomend zijn slechte vervelling ten gevolge van ongewenste omgevingsfactoren. Spinnen die gedurende een te lang tijd slecht gehuisvest worden, kunnen ernstig dehydrateren en bijgevolg problemen tijdens het vervellen ondervinden. Een slechte apolysis laat zich vaak merken in een open wonde aan het abdomen. Plaats de spin geenszins in ICU tijdens de vervelling. Ga de spin evenwel niet besproeien. Hiermee doe je meer kwaad dan goed. Zeldzaam, maar niet ongezien in onze terraria, zijn problemen/ziektes die opduiken aan het nieuwe exoskeleton. Deze problemen lossen zich, mits ideale omgevingsfactoren, vaak zelf op. Ernstiger is het verlies van giftanden tijdens de vervelling. Breng de spin in slaap en lijm de giftand van het oude exoskeleton op zijn plaats. Heeft de spin slechts 1 giftand verloren en kan ze alsnog haar prooien vangen, dan laat je het beter zo. De verloren giftand zal teruggroeien met de volgende vervelling.

III.2.B. Natte vervellingen                                                                                              

Zoals de naam het aangeeft oogt de spin nat, zwak en kwetsbaar. Buiten het feit dat de voorbereidingen nog niet helemaal waren afgerond toen de vervelling werd ingezet, is er over dit afschuwelijke fenomeen nog erg weinig bekend. Hoezeer zeer uitzonderlijk, hoeft niet elke natte vervelling de dood als gevolg te hebben. Een rapport werd beschreven in “Gabriel, R. 2006. Wet moults don’t always mean death. Journal of the British Tarantula Society, 21 (2): 46-48.” De spin was in staat nogmaals te vervellen na de natte vervelling en overleefde de hele gebeurtenis, gezond en wel.

III.3. Open wonden

Open wonden zijn meestal het gevolg van slecht(e) (ingerichte) terraria, scherpe objecten, instortende structuren en impulsieve angstreacties. Kwekers zien hun volwassen mannetjes wel vaker ernstig gewond terugkeren na een afspraakje met hun deernes. Spinnen genieten bescherming tegen open wonden door de harde structuur van hun exoskeleton. Met uitzondering van enkele families is het opisthosoma zwak. Open wonden aan het opsithosoma zijn dan ook vaak fataal. Verminder de kans op wonden aan het opisthosoma door de spin niet te overvoeden, hoogtes in uw terraria te beperken en door ze niet te hanteren (en al zeker niet op grote hoogtes). Vergeleken met bodembewonende vogelspinnen zullen boombewoners vaker een val overleven. Spinnen die pas verveld zijn en erg impulsief met brandharen strooien werden reeds gezien hun eigen exoskeleton open te snijden. Dit is 1 van de redenen waarom we een spin de nodige rust moeten gunnen na de vervelling. Kleinere open wonden zijn gemakkelijk te verzorgen met bijenwas, bloem of superlijm. De eerder grote wonden verzorgen we op dezelfde wijze, zij het dat de kansen op overleving aanzienlijk verminderen.

In “the Journal of the British Tarantula Society (Maart 2015, 30 (1))” werd het voorval beschreven van een Poecilotheria metallica die tijdens haar vervelling een stuk van haar nieuwe carapace verloren was. De foto’s laten een erg grote open wonde zien, haast 20% van de totale oppervlakte. De spin werd onmiddellijk in een proper krekelbakje gestoken. Substraat werd verwijderd om verdere contaminatie tegen te gaan. Het deel van het oude exoskeleton dat aan het nieuwe carapace was blijven plakken, vertoonde een harde korst. Deze korst werd zorgvuldig verwijderd met zacht zandpapier. Het achterste gedeelte van het oude carapace werd vervolgens zorgvuldig over de open wonde gelijmd zonder dat er lijm in de wonde vloeide. Bij een volgende vervelling een jaar later was het gat verdwenen, al waren de gevolgen nog zichtbaar. De spin leefde gezond en wel.

III.4. Hernia

De term wordt gebruikt voor de accumulatie van haemolymf tussen bepaalde lagen van het exoskeleton. The Journal of British Tarantula Society publiceerde in Maart 2015, 30 (1) het verslag van een Brachypelma albopilosum die na een vervelling een bizarre knobbel (tumor) aan de buikzijde van het abdomen liet opmerken. Laat de interventie over aan een professional. Contacteer een in exotische dieren gespecialiseerde dierenarts.


IV. AMPUTATIE – AUTOTOMIE

Amputatie is het afzetten of bij een ongeval verliezen van een lichaamsdeel. Om het verlies van haemolymf te beperken, is een intensieve verzorging van de wonde noodzakelijk. Kleinere open wonden zijn relatief gemakkelijk te verzorgen met bijenwas, bloem of superlijm. Autotomie is het vermogen van sommige dieren om bewust lichaamsdelen af te werpen als ze worden vastgehouden of aangevallen. Bij reptielen kent iedereen de hagedissen wel die hun staart kunnen afwerpen. Bij geleedpotigen zijn het, naast veel andere dieren, ook spinachtigen die poten kunnen afwerpen. Doorgaans ligt het breukvlak tussen coxa en trochanter. Uitzonderlijk zijn er ook spinnen gekend die poten afwerpen tussen patella en tibia. Bij autotomie wordt de Musculus gracilis (spier) losgerukt om zich vervolgens terug te trekken in het coxa. Samen met andere spieren sluit dit de wonde en wordt het bloeden gestopt. Dit vernuft systeem laat geen littekens achter, waar amputatie resulteert in een stompe opzwelling van haemolymf aan de wonde. Introduceer autotomie door met een lang pincet de femur stevig vast te grijpen, zonder aan de poot te trekken. De spin zal de poot afwerpen. Zelfs bij de minste hulp, kan het wel eens gebeuren dat de spin een poot afwerpt. Let wel dat de spin volledig bij bewustzijn moet zijn om tot autotomie over te gaan. De poot zal met de eerstvolgende vervelling teruggroeien, al heeft het wellicht meerdere vervellingen nodig om in ideale conditie te geraken.


V. ZIEKTEN & ANDERE GEZONDHEIDSPROBLEMEN

V.1. Rectale obstructie 

Bij ontlasting worden de onverteerde voedselresten uit het lichaam verwijderd. Alle dieren met een maag-darmstelsel moeten ontlasten en kunnen hier problemen bij ondervinden. Van zodra de uitwerpselen het lichaam niet kunnen verlaten, wordt het lichaam vergiftigd en zal de spin sterven. Vooral boombewoners, zoals Poecilotheria spp., zijn gekend als slachtoffer. Tot op heden is de exacte aanleiding ongekend, al zijn de slachtoffers vaak obese spinnen. Er wordt evenwel verondersteld dat bepaalde voedingsstoffen, zoals dubias kakkerlakken, rectale obstructie in de hand werken. Hier is echter geen wetenschappelijk bewijs voor. Gaat u de spinnen simpelweg niet overvoeden en neem contact op met een gespecialiseerd dierenarts van zodra rectale obstructie zich voordoet.

V.2. Dyskinetisch syndroom (DKS)

Om een diagnose te kunnen maken van een ziekte of een aandoening zoeken wetenschappers naar een groep symptomen. Voor zolang symptomen afzonderlijk of in relatie tot elkaar mysterieus blijven, wordt de aandoening vaak als een syndroom aangeduid. DKS is om deze reden geen ziekte of aandoening, maar wel een set symptomen waarvan de exacte oorzaak nog onderzocht moet worden. Symptomen gaan van kleine rillingen tot intense en ongecontroleerde spastische bewegingen. Deze bewegingen kunnen zo intens zijn dat de spin in de lucht wordt gekatapulteerd. De spinnen vertonen vaak erg abnormaal gedrag, gaande van afwezigheid tot uiterste prikkelbaarheid. Sommige spinnen werden gezien zich meermaals achter elkaar op de rug te draaien. Niet alle symptomen duiken altijd simultaan op. Na jaren van observatie zijn wetenschappers nog steeds naar de exacte oorzaak op zoek. Chemicaliën (waaronder schoonmaakproducten, luchtverfrissers, pesticiden), mycotoxines (afkomstig van schimmels) en rook staan centraal in het onderzoek, samen met ongezonde leefomstandigheden en stress. Ook de invloed van virussen en andere pathogenen op de symptomen moet niet onderschat worden.

Zolang de exacte oorzaak van DKS onbekend blijft, moeten alle mogelijke factoren worden vermeden om onze spinnen hiervan in de mate van het mogelijke te vrijwaren. Verwijder alle chemicaliën uit de nabijheid van uw spinnen, koop uw prooidieren bij een gerenommeerd verdeler en verzorg omgevingsfactoren die zo dicht mogelijk aanleunen bij de natuurlijke habitat van de spin. Pas op voor rookschade. Houd uw terraria proper met natuurlijke producten. Bioactieve terraria kunnen u hierbij helpen. Daar symptomen van DKS de kop kunnen opsteken door ernstige dehydratatie, is het het proberen waard om de spin voor enige tijd met de monddelen in een ondiep waterbakje te houden (lees meer onder III.1). 

Uiteraard zijn we allemaal erg bezorgd om het welzijn van onze dieren. Voorkomen doen we allemaal in de mate van het mogelijke, zij het dat de problemen zich pas echt stellen als de symptomen de kop opsteken. Wat doen we dan? Bij gebrek aan wetenschappelijk bewijs, is er geen pasklaar antwoord op deze vraag. Waar de ene besluit de spin voorgoed te laten inslapen, probeert de andere het leven tevergeefs te redden. Bij een warmtebehandeling wordt de spin tijdelijk in extreme hitte (tot 50°C) geplaatst. Bij een badkamerbehandeling wordt de spin in haar terrarium in de badkamer geplaatst, terwijl heet water uit de douche stroomt. De hele kamer vult zich met warmte en stoom. Dit wordt herhaald tot de symptomen verbeteren. Wij moedigen geen van beide therapieën aan, daar er onvoldoende wetenschappelijk bewijs is dat dit bevestigt. Vergeet de spin geenszins over te maken aan wetenschappers voor verder onderzoek. Neem contact op met een locale dierenarts.

V.3. Eibinding

Ook wel bekend als “dystocie”, “ei-retentie” en “post-ovulaire stasis”. Met eibinding wordt echter het probleem aangeduid dat de eieren niet aan een normale snelheid voorbij het legsysteem geraakt, terwijl er bij dystocie sprake is van obstructie. Neem de synoniemen dus niet al te letterlijk. Eibinding komt veel voor bij vogels en reptielen (vooral slangen en schildpadden), maar is eerder zeldzaam bij spinnen. De exacte aanleiding is nog onbekend, al wordt verondersteld dat een algemene slechte conditie van de moeder (door ouderdom, slechte voeding, ondervoeding…), een slechte schuilplaats en slechte omgevingsfactoren, verstoringen tijdens het leggen van de eieren, anatomische defecten en/of slecht gevormde eieren er iets mee te maken zou kunnen hebben. Bij vogels die lijden aan eibinding worden vochtigheid en de temperatuur verhoogd. Ook worden ze een constante verse waterbron gegeven. De vogels worden vervolgens geïnjecteerd met oxytocine en arginine vasotocine of ingesmeerd met prostaglandinegel om de reproductieve tractie te induceren. Bij gebrek aan een reproductief systeem zoals bij vogels is deze interventie bij spinnen onmogelijk. Dood is onvermijdelijk dezer dagen. Bied een goed leefgebied, met optimale omgevingsfactoren en met respect voor de levensstijl van de spin. Gun ze de rust die ze nodig heeft, vooral als je een cocon verwacht. Vergeet de spin, dood of levend, geenszins over te maken aan wetenschappers voor verder onderzoek. Neem contact op met een locale dierenarts.


VI. BESMETTELIJKE ZIEKTEN & PARASIETEN

VI.1. Bacteriële infectie 

Bacteriën zijn eencellige micro-organismen en leven in alle mogelijke uithoeken van onze planeet. Waar ze voorkomen, hangt af van de eisen die ze stellen aan hun omgeving, al leeft 90% diep onder de grond. Waar verschillende levensvormen geveld worden door de destructrieve kracht van sommige bacteriën, is elke levensvorm volledig afhankelijk van micro-organismen als bacteriën om te kunnen overleven. Hoezeer vrij weinig bekend is over de microbiële toestand bij spinnen, werden Bacillus spp. reeds vaker opgemerkt als effectieve pathogenen. Bied een goed leefgebied, met optimale omgevingsfactoren, in hetwelk de immuniteit van de spin versterkt wordt. Vuile en onverzorgde terraria passen niet in dit plaatje. Het gebruik van antimicrobiële stoffen in onze terraria moet nog onderzocht worden.

VI.2. Virussen

Onderzoeken gaande. We houden u op de hoogte.

VI.3. Schimmelinfecties & parasitaire schimmels

Torrubiella arachnophila

Schimmelinfecties laten zich opmerken in 2 vormen. Entomopathogene schimmels exploiteren en parasiteren insecten en spinachtigen. Geïnfecteerde spinnen zullen slechts een heel korte periode van anorexie laten zien. De exacte doodsoorzaak zal pas met zekerheid na overlijden kunnen worden vastgelegd. Het is voornamelijk door geïnfecteerde prooidieren aan te bieden dat deze schimmels onze spinnen bereiken. Ophiocordycipitacae is een schimmelfamilie die geleedpotigen infecteert. De schimmel is voornamelijk donker gekleurd en heeft opmerkelijke toppen. Verwar deze schimmel niet met de vaak geziene Leucocoprinus birnbaumii. Inname van deze paddenstoel kan verteringsproblemen, neurologische reacties en zelfs dood met zich meebrengen. Verwijder de paddenstoel onmiddellijk uit uw terraria, daar de spin geïnfecteerd kan geraken door te drinken uit een vergiftigd waterbakje. Verwissel de deksels van uw terraria geenszins. U zou het de sporen kunnen helpen verspreiden over uw terraria. Minder ernstig, maar voornamelijk veroorzaakt door een slechte verzorging, is de opportunistische groei van schimmels op het lichaam van de spin. Extreem vochtige terraria, slechte ventilatie en bedenkelijke hygiëne liggen aan de fundamenten van infectie. Doe het tegenovergestelde om de kans tot infectie te verlagen. In het geval een schimmel op het exoskeleton van de spin groeit, smeert u de geïnfecteerde zone met een wattenstaafje best dagelijks in met Povidonjodium (iso-betadine). Indien de schimmel door het exoskeleton kan groeien, zal het niet lang duren alvorens de dood intreedt. Voorkom een schimmelinfectie van bevruchte eieren door deze van de moeder af te nemen en te incuberen. Let wel dat incubatie niet voor alle soorten aangewezen is. Meer informatie hierover vindt u in onze caresheets. Indien de schimmel zich reeds tot in de cocon heeft genesteld, ben je genoodzaakt om de cocon af te nemen. Verwijder alle geïnfecteerde eieren en incubeer de gezonde. Geïnfecteerde eieren kun je niet redden.

Diversity of the entomopathogenic fungi: Which groups conquered the insect body?

Leucocoprinus birnbaumii.

VI.4. Mijten

Mijten zijn erg kleine geleedpotigen die verwant zijn aan teken. Larven hebben 6 poten. Volwassen mijten hebben 8 poten. Bepaalde types zijn parasitair, anderen zijn saprofytisch, maar de meeste mijten in onze terraria zijn foretisch. Foretische dieren gebruiken andere dieren als transportmiddel. Sommige foretische dieren, waaronder mijten, leven zolang op de gastheer tot ze zich tegoed kunnen doen aan het karkas. Parasitaire mijten zijn in sommige gevallen enkel parasitair als larve, om vervolgens uit te groeien tot vrije jaagdieren. Dit type mijt is meestal terug te vinden op de poten van de spin. In de meeste gevallen zijn de mijten rood van kleur. Saprofytische mijten doen zich tegoed aan organisch materiaal zoals schimmels, bacteriën en planten. In uw strijd tegen dit type mijt, kunnen pissebedden en springstaartjes worden ingezet. Een plaag laat zich opmerken door het plots verkleuren en/of vallen van de bladeren. Bij het vallen van de avond, kun je de mijten vaak tegen de glaswand aan zien lopen. Sommige saprofytische mijten creëren web en zijde zoals spint. Controleer verzwakte spinnen steeds rond de monddelen en de boeklongen, daar het niet ongebruikelijk is dat mijten zich in grote hoeveelheden daar nestelen. Hierdoor kan de ademhaling verstoord worden en kunnen spinnen ernstig verzwakken tot zelfs sterven.

Tarantula mites

Hoewel niet allemaal even goed bevonden, gaan er vele bestrijdingstheorieën de ronde. Sommigen zweren bij het verwijderen van mijten met een in slaolie gedipte borstel. De slaolie kan de openingen in het lichaam van de spin echter aardig afdekken, wat meer kwaad dan goed doet. Dezelfde techniek wordt evenwel toegepast met een in alcohol gedipt penseel. Het voordeel is dat alcohol de lichaamsopeningen niet vult. Anderen plaatsen alsemkruid rondom de kooien, bevriezen of verhitten het substraat of dompelen de spin even onder water. Al deze interventies zijn echter behoorlijk intensief voor zowel spin als hobbyist. Daarenboven is geen van bovenstaande strategieën helemaal succesvol. In het geval de infectie relatief klein is, kan het helpen om het substraat volledig te laten uitdrogen en dit trucje toe te passen (foto).

Imkers gebruiken oxaalzuur om de parasitaire mijt Varroa destructor te bestrijden. Varroa destructor is een absolute pest voor imkers, daar de mijt zich enkel kan voortplanten in een kolonie honingbijen. Het gebruik van oxaalzuur in onze terraria is geen optie, daar ook onze spinnen deze ingreep niet zouden overleven. Volgens een gerenommeerd imker uit België zou thymol, een natuurlijk bestanddeel van honing en gebruikt om bijenkorven te desinfecteren, kunnen worden gebruikt in onze terraria. Dit wordt verkocht als strips onder de naam ‘thymovar’ of ‘apivar’.

De natuur zou echter de natuur niet zijn, mocht er geen effectieve natuurlijke bestrijdingsmethode bestaan. Roofmijten, waaronder Hypoaspis miles en Phytoseiulus persimilis zijn vrijlopende mijten die zich tegoed doen aan insecten, nematoden en andere bodemorganismen. Bij temperaturen tussen 15-28°C jagen ze de voor de vogelspin ongewenste mijten achterna, om bij voedselschaarste vervolgens elkaar op te eten. Bij hogere of lagere temperaturen gaan de mijten in rustmodus en betekenen ze dus geen meerwaarde in uw terraria. Van zodra temperaturen onder 5°C uitkomen, zullen de (roof)mijten sterven. Volg de instructies van de verdeler om roofmijt uit te zetten (refona).

Voorkomen is beter dan genezen. Houd uw terraria proper. Verwijder voedselresten en dode dieren. Was de uitwerpselen van de ramen en koop uw prooidieren bij gerenommeerde verdelers. Zet springstaartjes en pissebedden in uw eerder vochtige terraria, maar niet binnen de eerste 3 maanden nadat je de roofmijt hebt uitgezet. Controleer het substraat onder de waterbakjes wekelijks op broeihaarden.

Mites parasitic on spiders.

Phoretic mites associated with animal and human decomposition.

Necromenic lifestyle of Histiostoma polypori (Acari: Histiostomatidae).

VI.5. Vliegen

Diptera info

VI.5.A. Phoridae

Bochelvliegen (Phoridae) zijn een familie uit de orde van de Diptera die nogal gemakkelijk verward worden met fruitvliegen (Drosophilidae). Fruitvliegen zijn onschuldig, bochelvliegen zijn dat niet. Beiden kunnen gemakkelijk van elkaar worden onderscheiden aan de kleur van de ogen. Bochelvliegen hebben donkere ogen, zijn zwart of bruin (soms gelig) en groeien tot 0,5-6mm. Fruitvliegen hebben rode ogen. De thorax van bochelvliegen is gebocheld. Er wordt verondersteld dat bochelvliegen schimmel-, bacteriële – en virale infecties verspreiden. Ook worden ze gezien als 1 van de vectoren van mijt- en/of nematodeplagen (lees meer over mijten in VI.4. en over Phoridae in hoofdstuk VI.5.A.). Voorkom dat bochelvliegen zich over uw terraria kunnen verspreiden door alle luchtgaten af te spannen met fijn gaas. Megaselia scalaris komt het vaakste voor in onze terraria. De larven voeden zich met een variëteit aan vochtig en rottend organisch materiaal, waaronder ook karkassen en voedselresten. In extreme gevallen zijn ze te vinden in open wonden en spijsverteringsstelsels. Zonder echt wetenschappelijk bewijs te hebben, is men het er vrijwel allemaal over eens dat vele sterfgevallen in onze terraria een direct gevolg zijn van de aanwezigheid van de larven van bochelvliegen. Verwijder zorgvuldig geïnfecteerde zones uit het terrarium. Verhuis de spin als de plaag te groot was. Maak uw terraria minder aantrekkelijk voor bochelvliegen door alle voedselresten en karkassen onmiddellijk te verwijderen. Houd de ramen proper. Plaats vleesetende planten en/of vliegenvangers rond uw terraria. Ook kun je proberen een kleine val te maken. Maak met een warm mes een inkeping tot halverwege de afgesloten tube. Vul de tube met een mix van honing, water, pollen en een druppeltje zeep. Zet de tube enkele uurtjes in de zon alvorens deze nabij uw terraria te plaatsen. Met een beetje geluk ben je er enkele te slim af. (video)

Scuttle flies: The Phoridae.

Phorid flies

VI.5.B. Acroceridae

Spinvliegen (Acroceridae) zijn een familie uit de orde van de Diptera en genoemd naar het feit dat de larven spinnen parasiteren. De vliegen zijn eerder zeldzaam, relatief groot en vertonen een gebochelde thorax. De vliegen opteren een semi-tropische omgeving. Vele soorten imiteren bijen, wespen of kevers. De larven banen zich een weg in het lichaam van de spin langs de boeklongen. Meerdere larven kunnen 1 spin parasiteren. Van zodra een larve instar 4 heeft bereikt, doet het zich tegoed aan de ingewanden van het opisthosoma. Nadien vecht het zich een weg naar buiten om te verpoppen. Dood is het logische gevolg. Voornamelijk wildvangdieren werden als slachtoffer gerapporteerd. Vernietig de pop alvorens de vlieg zich kan ontpoppen.

Jewelled spider flies of North America: a revision and phylogeny of Eulonchus Gerstaecker (Diptera, Acroceridae).

VI.5.C. Maden

Met de term “maden” worden de larven van vliegen bedoeld. We treffen ze meestal kleiner dan een cm aan, zij het dat ze (afhankelijk van de soort) gerust tot 2cm groot kunnen zijn. Na 3-5 dagen te hebben gegeten, veranderen de larven in een cocon voor 2-5 weken, om nadien te ontpoppen tot vliegen. Ze eten 3-5 dagen aan 1 stuk door, wat verklaart waarom ze altijd kunnen worden aangetroffen nabij oud of rottend voedsel, dode dieren en andere broeihaarden. Preventief werkt een proper terrarium het beste. Draag dezelfde zorg voor uw prooidieren. Gezonde prooidieren zijn van cruciaal belang om maden uit uw terraria te houden. Spiegelkevers (familie Histeridae) voeden zichzelf met de larven van vliegen (Diptera spp.), al zouden ze in staat zijn uw spin schade toe te brengen. Verwijder de geïnfecteerde zone met een lang pincet en/of een lepel. Verhuis uw vogelspin naar een ander terrarium als de plaag te groot was. Incubeer de cocon of breng ze samen met de moeder in veiligheid.

VI.6. Wespen

De kans dat onze in gevangenschap gehouden spinnen te maken krijgen met wespen is erg klein. De dieren sterven een gruwelijke dood, zij het dat dit niet altijd het geval hoeft te zijn. Een vogelspin uit de familie Harpactirinae (Harpactira pulchripes) overleefde een wespensteek na intensieve manuele behandeling door een gedreven hobbyiste. 

Levensloop van een ectoparasiet (Hymenoptera) op Tetragnatha Montana (Araneae, Tetragnathidae).

Pepsis


VII. Nematoden & nematomorphae

Nematoden zijn veelal microscopisch kleine draadvormige meercelligen. Het woord werd afgeleid van het Griekse woord “nema”, hetwelk “draad” betekent. Hoezeer hun lichaamsbouw structureel erg simpel zijn, hoeft dit niet te betekenen dat nematoden primitieve dieren zijn. Mede omwille van diens doeltreffendheid, zijn nematoden eerder het resultaat van een staaltje vernuftige evolutie. Sommige nematoden doen zichzelf tegoed aan schimmels, bacteriën of planten, waar anderen rasechte carnivoren of omnivoren zijn. De meerderheid van de nematoden is niet parasitair, al dragen ze allemaal op hun manier hun onmisbaar steentje bij om een gezond en evenwichtig ecosysteem te behouden. De aan- of afwezigheid van verschillende nematoden in uiteenlopende omgevingen wordt als indicatie gezien van de kwaliteit van het milieu. Dit gezegd zijnde, zijn het voornamelijk de (gedeeltelijk) parasitaire nematoden die levende fauna parten speelt. Geleedpotigen en ongewervelden, waartoe onze spinnen behoren, werden reeds vaak als slachtoffer gerapporteerd. Vele nematoden die zich op/aan/in een variëteit aan dieren bevinden, gebruiken deze slechts om een geschikte gewervelde gastheer te vinden (mensen inclusief). 

Phylogenetic and functional classification of nematodes.

VII.1. Panagrolaimidae

Veel Panagrolaimidae (phylum Nematoda, orde Rhabditida, suborde Tylenchina) voeden zich met bacteriën. Deze nematoden zijn eerder klein (0,5mm-3mm), worden aangetroffen in een grote variëteit aan plaatsen en zijn in staat extreme weersomstandigheden te overleven. Desalniettemin treffen infecties vooral de eerder vochtige en goed geventileerde terraria. Zowel wildvang- als in gevangenschap gekweekte dieren vallen ten prooi. Infecties beperken zich tot de monddelen (incl. gifkaken) en worden vaak geassocieerd met bacteriële infecties van omliggend weefsel. Initieel zal de spin symptomen van anorexia en lethargie vertonen, eventueel gepaard gaand met een instabiele houding en een opvallend grote webgedrevenheid (BTS; February 2007, 22 (2) page 50). Controleren op infectie kan gemakkelijk met een vergrootglas. Bij ernstige twijfel, zult u de spin in slaap moeten brengen (lees ook: Anesthesie, hoofdstuk II.) en de monddelen moeten spoelen, waarna u de vloeistof (aangereikt met een zoutoplossing (saline)) microscopisch bestudeert. Steriliseer de monddelen met een druppel alcohol. In de latere fasen van infectie, laat een dikke witte massa nematoden zich opmerken aan de monddelen en tussen de gifkaken. Daar Panagrolaimidae nauw verwant zijn aan de parasieten die op kevers voorkomen, wordt aanbevolen om gedurende een nematodenplaag geen meelwormen te voeden. Verdeel overlevende prooidieren niet over andere terraria. Isoleer geïnfecteerde spinnen en zwangere dames onmiddellijk. Verwijder de bochelvliegen (lees meer over Phoridae in hoofdstuk VI.5.A.) uit de terraria en dek de verluchtingsgaten af met een extreem fijn raster, zodat ze niet meer in of uit de terraria kunnen. Er wordt verondersteld dat bochelvliegen primaire vectoren van nematoden zijn, en vice versa. Ze zijn in staat een volledige collectie in enkele dagen te infecteren als je niet snel handelt. Inspecteer de monddelen (incl. gifkaken) alvorens je beslist een spin uit quarantaine (isolatie) te halen. Bescherm uzelf ten alle tijde met handschoenen en een intensieve hygiëne. Desinfecteer alles grondig met warm zoutwater (kijk hier voor een hygiëneplan). Neem bij een nematodenplaag onmiddellijk contact op met een dierenarts en volg diens instructies. Handelen is de boodschap, beter gisteren dan vandaag. 

In “the Journal of the British Tarantula Society (February 2007, 22 (2))” werd een succesvolle behandeling gepubliceerd. Voorgaand aan de behandeling heeft de hobbyist de monddelen gespoeld en gesteriliseerd met een druppel van 98% alcohol. De spinnen werden geïsoleerd (quarantaine) in licht gekantelde polystyreenboxen. Met de kennis dat nematoden inactief worden onder 12°C en boven 36°C, hield de hobbyist de geïnfecteerde spinnen voor 5 dagen bij 38°C. De spinnen werden dagelijks 2x van vers water voorzien en de boxen proper gehouden. Na 5 dagen 38°C, werden de spinnen een soort rustperiode van 10 dagen bij 22°C gegund, alvorens een nieuwe warmtesessie van 5 dagen 38°C in te richten. 4 maanden later stierf 1 spin (Grammostola rosea, een spin die van nature eerder koele oorden opzoekt). 6 andere spinnen overleefden de sessies en bleven volledig symptoomvrij. Hoezeer succesvol werd deze methode nog geen wetenschappelijk kader toegekend. 

In een tweede geval (december 2016) behandelde een hobbyist zijn geïnfecteerde dieren met Noromectin, 1,87 Ivermectin orale pasta voor paarden. 1 spin moest hij euthanaseren, naar eigen zeggen omdat de innerlijke schade te groot was. De andere spin, een halfwas Xenesthis sp. blue was symptoomvrij na 10 dagen. 3 weken na de eerste sessie werd een tweede dosis gegeven. De hobbyist bevestigde een maand later dat de spin volledig hersteld was en normaal gedrag vertoonde (link).

VII.2. Mermithidae

Mermithidae (phylum Nematoda, orde Mermithidae) betreft een groep nematoden die Arthropoda en Mollusca parasiteert. Ze worden vaak verward met Paardehaarwormen (Nematomorphae) en vice verca. Het verschil schuilt hem echter in het feit dat Mermithidae niet over een cloaca beschikken. De meeste Mermithidae werden gezien in insecten en in mindere mate spinnen. Infectie wordt waarschijnlijk veroorzaakt door opname via prooidieren. Mermithidae zijn eerder zeldzaam in onze terraria. Vooral wildvangdieren werden als slachtoffers gerapporteerd. Daar de worm zich in het abdomen van de spin nestelt en groeit, kan het opisthosoma zichtbaar groot en/of misvormd zijn. In sommige gevallen is de afdruk van de worm zichtbaar doorheen het cuticula. Ook kunnen pedipalpen misvormd en poten zichtbaar korter zijn. Geïnfecteerde dieren vertonen abnormaal gedrag en geven vaak aldoor de indruk water op te zoeken. Koop uw prooidieren bij gerenommeerde verdelers. Voeder geen prooidieren die je in het wild vangt. 

Mermithid parasites of spiders and harvestmen.

Heydenius araneus n. sp. (Nemathoda: Mermithidae), a parasite of a fossil spider, with an examination of helminths from extant spiders (Arachnida: Araneae).

VII.3. Nematomorphae

Nematomorphae (phylum Nematomorphae) zijn parasitaire dieren, vergelijkbaar met nematoden, die vooral worden aangetroffen in vochtige plaatsen zoals rivieren en beken. De volwassen dieren leven vrij in de natuur. Larven parasiteren geleedpotigen. Met lengtes tot 2 meter zijn sommige Nematomorphae wel erg lang. Behandelingen trachten nematoden naar buiten te krijgen via de ontlasting, gevolgd door een injectie van zoutoplossing (saline) bij de ernstig gedehydrateerde dieren (lees meer over dehydratatie onder III.1.). Een professionele benadering is noodzakelijk om misschien succesvol te kunnen zijn. Neem contact op met een in ongewervelden gespecialiseerd dierenarts en volg de instructies.


VIII. MEER LITERATUUR

• Over natte vervellingen: Gabriel, R. 2006. Wet moults don’t always mean death. Journal of the British Tarantula Society, 21 (2): 46-48.

• Over open wonden: Journal of the British Tarantula Society (Maart 2015, 30 (1)).

• Over abdominale hernia: Journal of British Tarantula Society (Maart 2015, 30 (1)).

• Over Panagrolaimidae: Journal of the British Tarantula Society (Februari 2007, 22 (2)).

Invertebrate medicine.

Medical insects and arachnids


IX. COPYRIGHT

Speciale dank gaat uit naar Mark Alexander Eichelmann (arachnomedicine.de), Milos Anic, Patrick Meyer (poeci1.de, facebookpagina), Sam Luyten en Danniella Sherwood. Dank jullie voor uw tijd, werk en geduld. Dank u om uw kennis en ervaring met de hobby te willen delen. 

• Tekst: Dennis Van Vlierberghe (facebookgroep en –pagina)

• Fotografie: Katja Schulz (flickr), Andreas Beier (facebookpage)

[:en]

Arachnomedicine is in its infancy, but make no mistake – whilst some of our bird spiders are dying a mysterious death, scientists are working all day long to find answers. Whilst this guide provides strategies for first aid, we strongly advise you to call for professional help for the more technical interventions. Remind yourself that even good intentions may result in death if the approach turned out to be wrong. Furthermore it is of significant importance that we, hobbyists, start contributing more actively to the investigation of arachnomedicine. Report strange deaths and/or diseases, keep a log on how you treated an infected species and/or deliver the deceased specimen to professionals. Follow the instructions as given by the professional. Your contribution is in everyone’s interest and especially in the spiders’ interests. On behalf of the entire hobby, we thank you in advance.

If you are a hobbyist and you have a question, contact us or join our facebookgroup. When you are a veterinarian specializing in exotic invertebrates, please contact us. We will add your region and a link on the page below.

Download THIS PAGE’S SUMMARY (pdf).

Download hygiëne plan from our friends from arachnomedicine.de.


I. BIOACTIVE SETUP

Bioactive terraria provide a soil which helps breaking down waste product. This ‘living’ soil contains microfauna, bacteria, mould, real plants, all together creating a perfectly balanced little ecosystem. Mealworms, superworms and various types of cockroaches do their part in lots of terraria. They will, however, fall as prey to our bird eaters. Isopods (Trichorhina tomentosa, Porcellio scaber, Porcellio spinicornis) and springtails (Collembola spp.) are commonly used and effective microfauna. Isopods are detrivores and browsers, meaning they feed on decomposing plants, animal parts, feces, rotting wood, leaves and a variety of fruit. Springtails are primarily detrivores and microbivores, consuming fungus, spores, bacteria and a variety of plant material. Hobbyists often refer to the little isopods as “cleaning crews”. They compete with mites for food, which is the reason why they’re a perfect addition to your enclosures to reduce the chances of mite infestation. Isopods and springtails fit perfect in warm and rather moist area. In dryer enclosures you’ll see them gather around the water bowl.

Read more about bioactive terraria.

Dwarf tropical woodlice


II. ANAESTHESIA

>>> Introdcution video will be added soon. Come back later. 

Pour fresh baking soda into the bottom of a transparent tube, which is large enough to get the spider in. Use 1 flat teaspoon for smaller specimen and 1 heaping teaspoon for bigger specimen. The lid must be airtight and screwable. Block the tube with a sponge in the middle (or paper towel if you have no sponge) and place the spider on top. Make sure there is a decent space between the sponge and the baking soda. Now prick through the lid and the sponge with a syringe and add a few drops of water (around 10) to the baking soda. Both substances will react and start bubbling. As a result carbon dioxide will be released. A silent sizzling sound can possibly be noticed. Close the hole of the syringe in the lid with strong tape and leave the spider for 15-20 minutes. The spider will fall asleep.

We only recommend you to perform anaesthesia in certain cases, of which the spider’s life is in danger. Don’t do this because of the thrill. Prior to executing anesthesia, please get in contact with a veterinarian who’s specialized in exotics.


III. ACCIDENTS

Diseases and illnesses occur, especially in wild caught specimens, but the main cause of death and injuries in our cages are accidents due to impulsive fear responses, improper handling and uninformed keeping.

III.1. Dehydration

Bird eaters often suffer from dehydration when fed in a wrong way and/or kept in an incorrect setup. One thing to bare in mind is that environmental conditions in a spider’s burrow differ to the conditions outside of it. The African Pelinobius muticus, for example, is known to make burrows up to 2 meters deep in her natural habitat, looking for cooler temperatures and higher humidity levels. When kept too dry, this species does poorly in captivity with a reduced lifespan. Intermediate dehydration causes a wrinkled abdomen and growing inactivity, whereas severe dehydration may result in a death curl. Sad but true, the most commonly accepted treatment is the ICU or Intensive Care Unit, in which the spider is placed in a poorly ventilated box with warm water saturated paper towels. Saturated doesn’t mean overflowing, as the spider’s book lungs need to serve healthy breathing, but the spider needs to be able to drink. When placed in a dark and quiet spot, with temperatures around 25-29°C, proponents claim the spider is given the perfect environment for optimal recovery. Dehydrated spiders would be able to recover after 1 or few more days, depending the degree of dehydration. I’d like to make clear we’re not in favor of the ICU-method. We advise you to place any dehydrated spider with only the mouth parts directly in a shallow water dish. This treatment is recommended as first option in all cases of dehydration, despite the commonly accepted ICU-method as described above. To empower this statement, I’d like to quote Danniella Sherwood: “Taking a spider that is already weakened out of its familiar environment and putting it into a warm and moist tub will do nothing, not to mention ambient humidity has no actual correlation to internal hydration despite many hobbyists regurgitating this information. If a spider is severely dehydrated, what it needs is to be put somewhere where it can drink. Ambient humidity is important for other things, but not for internal hydration, that can only be kept adequate through the spider taking liquids from their food and from drinking water.

Prevention remains better than a cure. Read our detailed caresheets and learn to understand why your bird eater is acting in a certain way. To prevent dehydration proper and scheduled feeding, a water dish and good environmental conditions are required.

III.2. Molting issues

Bird eaters like all spiders, need to molt in order to grow. Although this process can be life threatening, it’s flawlessly executed most of the time. Especially in very old, underfed or dehydrated specimens, serious problems may occur during the molting process. The spider will internally separate its new exoskeleton from the old one during apolysis (pre-molt), using enzymes and body fluids, often resulting in a change of behavior and a potentially darker coloration on the bald spots. Environmental conditions as recommended for the individual spider, together with a constantly filled water bowl, large enough to put her prosoma in it, is proven to be of big importance. If the spider wasn’t given the requirements needed to prepare herself before and during apolysis, she might experience serious and even fatal problems getting rid of her old skin during ecdysis (molt).

From the moment ecdysis started, there’s no way back. The spider is the expert, but sometimes things go wrong. Even experiencing problems, the spider will have to push herself through as far as possible.

III.3. Bad molts                                                                                                    

To make things clear, bad molts result in unusual consequences for the spider. These consequences may be small, severe or even fatal. An unusually long ecdysis is not considered to be a bad molt. In some cases the owner will have to intervene in order to make sure the spider lives the best life possible. As spiders are fully conscious, never disturb the spider during ecdysis, unless you’re certain only a specific intervention can save its life. Other interventions are best done after ecdysis. In various cases spiders end up with some parts of the old exoskeleton stuck on the new skin, such as an old carapace, abdomen or even a leg. However the rather innocent parts will often be removed within hours after ecdysis by the spider itself, there might be the need to help with more difficult parts of the old exoskeleton. With (a pair of) long tweezers the owner is able to carefully separate both old and new skin, especially in the leg area. In a worst case scenario the spider gets stuck inside the old exoskeleton. A surgery was performed by a hobbyist in 2012 (Journal of British Tarantula Society, December 2012, 28 (1)). Once the new skin hardens before the spider got rid of the old exoskeleton, the spider will suffer a cruel death. Severe, but solvable, are deformed legs. Leave the leg for at least 2 weeks to harden up. Then force the spider to get rid of her leg by firmly grabbing the femur of the deformed leg with long tweezers (see: How to remove a leg). The leg will poorly regenerate after one molt, especially in bigger specimens, reaching its perfect fitness after a few molts. More common are molting problems due to bad environmental conditions, leaving its marks on the new skin. If a specific specimen requiring high humidity was kept too dry for too long, the poor inner hydration might cause bad apolysis, resulting in visible post-ecdysis wounds, especially dorsally on the abdomen. Again, there’s nothing you can do during ecdysis, except for offering perfect environmental conditions afterwards if she survived. Don’t make the common mistake to put her in ICU during ecdysis and/or spray water on her, as these interventions can possibly kill the specimen. In some cases spiders end up with diseases of the cuticula due to a problematic molt. These problems often resolve themselves over time when given proper environmental conditions. Rather rare, but extremely dangerous for the spider’s wellbeing, is the loss of one or both fangs, sometimes occurring during ecdysis. If possible, the owner can try to glue the fangs of the old exoskeleton on location, after anesthetizing the specimen properly. If the spider only lost one fang and is able to eat, it helps to remember the other fang will regenerate during the next molt.

III.4. Wet molt

Last but not least, few spiders experience a, what is called, wet molt. As the name indicates the spider’s new skin will appear wet, weak and vulnerable post-ecdysis (example 1, example2). Except for the fact apolysis wasn’t completed before ecdysis started, little is known about. The possibility your spider will survive this phenomenon is very small. Read “Gabriel, R. 2006. Wet moults don’t always mean death. Journal of the British Tarantula Society, 21 (2): 46-48.” for more info.

III.5. Open wounds

Open wounds are mainly caused by use of bad terraria, sharp objects, collapsing structures and impulsive fear responses. Breeders often see mature males return seriously injured after an appointment with their women as well. Spiders are protected with a hard exoskeleton around the prosoma and its appendages. Except for a few spider families, the opisthosoma is weak. In order to reduce the risks of fatality with injuries on the abdomen, don’t overfeed your tarantula, don’t handle your spiders and reduce heights inside the terrarium. Compared to terrestrial bird-eaters, arboreal spp. are better equipped to survive a fall. Spiders flicking their urticating setae without hesitating, have been seen cutting their new exoskeleton post-ecdysis. Therefore, never disturb a spider in the first weeks after molt. If the spider suffers any type of open wounds and it’s treatable, bee’s wax, flour or superglue has proven to be effective. More severe injuries need to be treated in the same way, but the odds of survival are reduced significantly.

A case was published in the Journal of the British Tarantula Society (March 2015, 30 (1)). A Poecilotheria metallica lost a part of the new carapace, leaving a bad open wound. The spider was put in a cricket tub. All substrate was removed to prevent further contamination. The part which had fused to the new chitin had formed a hard crust, which was removed with fine sandpaper and cut down to size. A week post-ecdysis the hobbyist was able to glue the part of the old carapace on top of the open wound. After a second molt about a year later, consequences were visible on the carapace, but the open wound was gone and the spider showed normal behavior.

III.6. Hernia

The term is used for haemolymph-accumulation between certain layers of the exoskeleton. In a case, published in the Journal of British Tarantula Society, March 2015, 30 (1), the spider (a Brachypelma albopilosum) suffered a strange lump (tumor) on the abdomen ventrally. These interventions need professional approaches. Contact a veterinarian.


IV. HOW TO REMOVE A LEG

Amputation is the intentional surgical removal or the loss of a limb/body part due to an accident. Human intervention is necessary. To reduce the loss of haemolymph, further care is very important. People often close open wounds with bee’s wax, flour or super glue. Autotomy is the spontaneous casting off of a limb or other body part, especially when the organism is injured or under attack. Human intervention is possible. Autotomy in theraphosids always occurs between coxa and trochanter whereas other species of different families have been seen cutting off a leg between patella and tibia. Autotomy is preferred over amputation due to the fact it won’t leave a limb stump, as the gracilis muscle will detach and retract into the coxa. Other muscles will close the wound and help introducing haemostasis (stop bleeding). Autotomy is often performed by the spider, even if you’re trying to help the species in a rather soft way. If necessary, you might have to introduce autotomy by firmly grabbing the spider’s femur with long tweezers. Do not try to pull the leg off. The spider will do that herself. Legs will poorly regenerate after a molt, especially in bigger specimens, reaching its perfect fitness after a few molts.


V. DISEASES & OTHER HEALTH ISSUES

V.1. Defecation problems

Defecation is the final act of digestion, in which feces are extruded from the digestive tract. Just as in humans and other animals, spiders may experience problems excreting feces due to rectal obstruction. With toxic waste stored inside the spider’s body, death is inevitable. Mainly Asian arboreal species, Poecilotheria spp. in particular, were reported victim. Exact causes of rectal outlet obstruction in spiders are poorly investigated, but a remarkable amount of the victims were quite obese. Reduce the chances of obstructed defecation by simply not overfeeding the spider (link). No scientific evidence confirms the issue, but some think certain food (like dubias) may cause rectal obstruction.

V.2. Dyskinetic syndrome

Diagnosing a condition or disease, scientists tend to look for a group of symptoms. As long as a set of symptoms remain mysterious, the current condition is often referred to as a syndrome. Therefore, dyskinetic syndrome (DKS), also known as shivers, remains a set of symptoms of which the cause is still being investigated instead of a disease, as often claimed by hobbyists. Symptoms are all similar to each other, from trembling and shaking in all directions, to uncontrolled spastic movements, sometimes with such force the spider is thrown in the air. Some spiders have been seen flipping on their backs over and over again, acting very nervous as if something is itching enormously. After all these years of observation, researchers are still trying to find the cause. Chemicals (such as cleaning products, air fresheners, pesticides), mycotoxines and smoke remain in the centre of attention, together with unhealthy environments, severe dehydration and stress. The possibility of viruses and pathogens enforcing the symptoms are not to be underestimated either.

As long as the cause of DKS is unknown, all possible risks need to be reduced in order to avoid it. Clear your spiderroom from chemicals of all kind, buy your prey (and its food) from reputable dealers and provide environmental conditions as close to the spider’s natural environment as possible. Keep your terraria clean, only using natural products. Bioactive cages (above) may help you maintain that. Push (and hold) the mouth parts of the suffering spider in a shallow water disk, as this is one of the only options you have (read more about dehydration in III.1).

As we’re all concerned about our beloved spiders, a few treatments are going around in the hobby. However, none of these treatments have been confirmed by scientific researchers, for which reason we don’t recommend any of the listed treatments until scientifically proven effective. Contact a local veterinarian and follow his instructions. Hand the deceased spider over to scientists for further investigation. Heat treatment – The spider is given temporarily extreme heat, up to 50°C. Bathroom treatment – Place the entire terrarium in the bathroom, while running a hot shower until the whole room gets steamy. Repeat until the symptoms have gotten better.

V.3. Egg binding

Also referred to as ‘dystocia’, ‘egg-retention’ or ‘post-ovulatory stasis’. Egg binding, however, is the issue of the egg(s) not passing the ovulatory system at a normal rate, whereas dystocia includes the problem of laying eggs due to obstruction. The problem is common in birds and reptiles (mainly snakes and turtles), but rather rare in spiders. Exact causes of egg binding in spiders are still unknown, but poor conditions of the mother (due to age, malnutrition and/or environmental conditions), lack of a decent hide, sudden disturbances during oviposition, anatomical defects or malformed eggs are possibilities. Birds suffering from egg binding are often given higher humidity and temperatures, a constant access to water and an injection of oxytocin, arginin vasotocin or smeared with prostaglandin gel to induce reproductive traction. Let’s do this in spiders as well, you might think, but these treatments cause contractions of the reproductive tract, which is lacking in spiders. As a result, death is inescapable for spiders suffering from egg binding nowadays. Once again it all comes down to proper keeping, respecting the spider’s lifestyle and providing the best environmental conditions, good nutrition and a decently built terrarium. As this is a rare condition in spiders, make sure you hand the perished spider over to a specialized veterinarian for further investigation.


VI. INFECTIOUS DISEASES AND PARASITES

VI.1. Bacterial infection

Bacteria are all over the planet. Some live in symbiotic, others in parasitic relationships with plants and animals. However little is known about the microbial flora in- and outside a spider’s body, Bacillus spp. have been proven opportunistic but effective pathogens on spiders. Intense infection may lead to death. Make sure your spiders are given optimal conditions in which they develop maximum strength and immunity. Effective usage of antimicrobials remains to be investigated and/or published.

VI.2. Viruses

More investigation needs to be done in order to give you a proper answer to this kind of viral infections.

VI.3. Fungal infection and parasitic fungus

Torrubiella arachnophila

Fungal infections come in two different types. An entomopathogenic fungus is a fungus that evolved to exploit and parasitize insects (or arachnids). Infected spiders won’t show any sign of infection, except for a short period of anorexia. Only further investigation will determine the exact cause of death. This type of infection is mainly brought into the spider’s cages through infected insects. Ophiocordycipitaceae is a family of arthropod-pathogenic parasitic fungi, mainly darkly pigmented with significant apices. Don’t confuse them with the rather common yellow mushroom, Leucocoprinus birnbaumii. Ingestion of this last mushroom may cause serious digestive reaction, neurologic reactions and even death in smaller animals. Remove the mushroom as fast as possible, as the spider may be infected by drinking from an intoxicated water bowl. Don’t change lids, as you might help the spores spread (BTS; May 2008, 23 (3) page 79-83). Less severe, but mainly caused due to bad husbandry, is the opportunistic growth of saprophytic fungi on the spider’s body. Extremely moist substrate, poor ventilation and/or very poor hygiene inside the cages are at the fundaments of infection. Acting in the opposite way is obviously reducing the chances of infection (read about bioactive setups). Clean the infected area daily with a cotton swab, containing a weak povidone-iodine solution (like iso-betadine). Treat the fungus before it got through the exoskeleton. Once it got through, you’re too late. To prevent fungal infection of fertilized eggs, please take the cocoon from the mother and incubate the eggs. Be advised incubation is not recommended for all species. To know whether or not you’d better deprive the cocoon, read our caresheets carefully. Once the cocoon got infected with fungus of any kind, remove all infected eggs from the healthy ones and incubate only those. There’s no way you can save the infected eggs.

Diversity of the entomopathogenic fungi: Which groups conquered the insect body?

Leucocoprinus birnbaumii.

VI.4. Mites

Mites are very small arthropods which are closely related to ticks. Larvae have 6 legs. Adult mites have 8 legs. Certain types are parasitic, others are saprophytic, but most mites in our terraria are phoretic. Phoresy is the act of one animal using another species exclusively for transport. Phoretic mites with a necromenic lifestyle ascend the host and develop on the spider’s carcass. Parasitic mites, from a variety of families, are often parasitic during larval stage, turning into free dwelling predators as adults. They are harmful to plants and animals. When parasitic, they’re mainly found on the legs. Infection is most of the time easily detected by their red coloration. A saprophytic mite’s diet consists of traces of organic matter, such as fungi, bacteria and plants. Infestation can be detected by discoloration of leaves or leave drops or simply by see them walking against the glasses. Some saprophytic mites produce webbing and silk like spider mites. Weakened spiders might show lots of mites around the book lungs, but further inspection is necessary to be sure. As phoretic and saprophytic mites need warmth and humidity to survive, they will position themselves around the spider’s mouth parts and book lungs. Showing up in high numbers they might complicate the spiders’ breathing.

Tarantula mites

As we are really concerned about our spiders’ health, plenty of ideas to fight mites are going around. Some swear by removing them with a soft paintbrush dipped in olive oil (which may stuff the spider’s body openings) or a soft brush with a touch of alcohol, others place wormwood around the cages, freeze or bake the substrate or immerse the spider in water for a few seconds. All these interventions, however, remain intensive for both spider and keeper. Furthermore, success rates are uncertain.

Beekeepers use oxalic acid to fight the external parasitic mite Varroa destructor. They’re a real pest there, as they can only reproduce in a honey bee colony. This method, however, remains a no go in our spider cages, as our spiders themselves will immediately fall victim to the acid. According to a reputable Belgian beekeeper, the use of thymol (a natural constituent of honey), used to disinfect hives, might be worth trying in our enclosures. This is sold as strips, named thymovar or apivar.

Nature wouldn’t be nature without offering a perfect solution. Predatory mites, such as Hypoaspis miles and Phytoseiulus persimilis are free dwellers that feed on insects, nematodes and other soil organisms. By temperatures from 15-28°C they’ll hunt down, kill and eat every prey mite nearby. Once all prey mites died, the predatory mites will die a silent death. After 6 weeks of food shortage no predatory mite will go on an evening trip.  Temperatures above or below the recommended scale, will make all mites go in resting mode. As mites die below 5°C people often freeze the substrate, although proper cleaning and a clean tank after a treatment with predatory mites should do the job. Maybe you might like to outsmart a few of them (photo)?

Please note that prevention is always better than a cure. Keep your cages clean of leftovers and dead animals. If possible, reduction of humidity is recommended. As mites create hotbeds in warm and humid areas, repeatedly overflowing the water bowl without checking the substrate underneath is not the best idea. Clean the excreta from the windows and buy your prey only from reputable dealers. Add sow bugs and springtails in your rather humid cages.

Mites parasitic on spiders.

Phoretic mites associated with animal and human decomposition.

Necromenic lifestyle of Histiostoma polypori (Acari: Histiostomatidae).

VI.5. Flies

Diptera info

VI.5.A. Phorid flies

Phoridae, commonly known as humpbacked flies, coffin flies or scuttle flies are easily confused with the rather harmless fruit flies, but this minor mistake can cause major problems for our arachnids. Phorid flies are black or brown, sometimes yellowish. With body sizes between 0,5-6 mm they are very small. In contrast with the red eyes of fruit flies the eyes of Phorid flies are dark colored. The arched thorax of adult specimens give them a humpbacked appearance, which explains where they got their common name from. Phorid flies are believed to be primary vectors for spreading fungal, bacterial and viral diseases, mites and nematodes. Larvae of some species, such as the in our terraria most commonly found Megaselia scalaris, feed on a variety of moist and decaying organic material, carcasses and food leftovers included. In worst cases they’re found in external wounds and digestive tracts of animals. It is believed deaths of numerous specimens in our terraria are caused by infection of Phorid larvae. Remove infested area as soon as possible and avoid further infestation by keeping your cages clean on a daily basis by removing all carcasses and leftovers. Rehouse the spider if the infestation was too intense. Add fly traps and/or place carnivorous plants close to your terraria in order to outsmart a lot of the adult specimens. Avoid Phorid flies from entering the cages by adding Phorid-proof nets over the air holes, especially when you’ve found one Phorid-infested area and/or nematode-infected tarantula. A little bit more sophisticated, but not too difficult, is the Phorid fly trap which is often used in bee hives. Cut a slot in the side of a tube with a hot knife. Make a mixture with native honey, water, pollen and only one drop of soap. Leave the tube with the mixture in the sun for a while.

Scuttle flies: The Phoridae.

Phorid flies

VI.5.B. Acrocerid flies

Acroceridae, commonly known as spider flies, are named as such because the fly’s larvae parasitize spiders. The flies are quite large, hump-backed, rather rare and live in semi-tropical area. Many species mimic bees, wasp or beetles. Larvae make their way into the spider’s body through the book lungs. Plural larvae can parasitize one spider. Once a larva reached fourth instar, it will start consuming the spider’s opisthosoma from inside out before erupting to pupate. Death as a result is inevitable. Especially wild-caught specimens were victimized. Destroy the pupa before the fly emerges.

Jewelled spider flies of North America: a revision and phylogeny of Eulonchus Gerstaecker (Diptera, Acroceridae).

VI.5.C. Maggots

The term is used as a non-technical reference for flies’ larvae. We often find them in sizes below a cm, but they can grow twice as big. After 3 to 5 days of feeding the flies’ larvae turn into puppets for 2-5 weeks after which they morph into flies. Maggots need to eat continuously which explains why they’re always found near old or rotten food, dead animals and other breeding grounds. The best prevention is a clean cage of both spider and prey. Besides the flies laying eggs in prey leftovers or dead animals inside the cages, maggots find their way towards your spiders’ cages through prey as well. Healthy prey, kept in proper conditions, is from significant importance. Beetles from the family Histeridae feed themselves on Diptera maggots, but they can harm your spider. Just use long tweezers and remove the infected area. If the infestation was too bad, rehouse the spider and clean the tank entirely.

VI.6. Wasps

The possibility captive spiders have to deal with wasps, is rather small. A theraphosid from the family of the Harpactirinae (Harpactira pulchripes) survived a sting from a wasp after intensense manual treatment from dedicated hobbyists.

Pepsis

VII. NEMATODES & NEMATOMORPHAE

Nematodes are multicellular, often microscopically small thread-like worms. The word “nematode” is derived from the Greek word “nema”, which means “thread”. However they are structurally simple, it is believed this is due to simplification of ancestral organisms and not necessarily an indication of primitive origins. Some nematodes feed on fungus, bacteria or plants, where other nematodes are carnivores or omnivores. Most nematodes in our environment are not parasitic, but all them are very important to maintain a healthy ecosystem. In fact, the incidence of a certain nematode is sometimes used as an indication of environmental quality. This being mentioned, nematodes are often reported as parasites and associates of invertebrate animals as well. Arthropods, including our beloved spiders, often fall victim. Some nematodes are zoonotic, meaning they can infest vertebrates, like humans.

Phylogenetic and functional classification of nematodes.

VII.1. Panagrolaimid nematodes

Many of the Panagrolaimidae (phylum Nematoda, order Rhabditida, sub-order Tylenchina) are bacterial feeders. These nematodes can be found in a big variety of places, are quite small (0,5mm-3mm) and can survive extreme conditions, such as extreme cold or dryness. In our terrariums, nematode infestations are more extreme in the rather good ventilated humid cages. Infections of Panagrolaimid nematodes have been reported in both wild-caught and captive-bred species, always restricted to the area around the mouth parts and are often associated with bacterial infection of surrounding tissue. Once infested, the spider will initially show symptoms of anorexia and lethargy. It is possible the tarantula will spin a lot more silk and be unstable on its feet (BTS; February 2007, 22 (2) page 50). Check for infection with a magnifying glass or perform anesthesia as shown above, flush the mouth parts and microscopically investigate the liquid with a drop of saline to diagnose infestation. Sterilise the mouth parts with a drop of alcohol. During the later stages of infection, a thick white bundle of nematodes can be seen around the mouth parts and between the chelicerae. As Panagrolaimid nematodes are closely related to parasites on beetles, it is supposed infestation may as well occur by feeding mealworms. Avoiding this nutritional source is recommended as long as the infestation lasts. Even worse is the presence of Phorid flies during nematode infestation. It is believed that Phorid flies transport nematodes over multiple terrariums. Infected species need to be put in quarantine (isolation) for at least a month. Protect your rare species and/or gravid females by putting them all in quarantine separately. Inspect the mouth area in a way as described before, before you decide to make her leave quarantine. Don’t replace surviving prey from one cage to another. Protect yourself at all time with gloves and intensive hygiene. In case of infestation (or serious doubts), always contact a veterinarian and follow the instructions. Disinfect everything (tools included) intensively with hot saltwater, unless your veterinarian says different.

A successful treatment was published in the Journal of the British Tarantula Society (February 2007, 22 (2)). Primary to treatment he flushed the mouth parts and sterilized the area with a drop of 98% alcohol. Starting from the idea nematodes become inactive below 12°C and die above 36°C, the owner kept his infected species isolated in a polystyrene box (tilt the box slightly) for 5 days at 38°C. In the meanwhile he provided fresh water 2 time daily and he kept the boxes clean. After 5 days in extreme heat, he left the spiders for 10 days at 22°C, followed by a second 5 day period of 38°C. 4 months later 1 spider died (Grammostola rosea, which sp. is known to prefer rather cool environments), reasons unknown, but the other 6 spiders survived and remained symptom-free. There’s no scientific report confirming the effectiveness of this treatment.

In september 2016 a hobbyist treated specimens with Noromectin, 1,87 Ivermectin oral paste for horses. Unfortunately, he had to euthanize 1 of his spiders, with the claim severe internal damage was caused by the parasites. Another infected spider, a sub-adult Xenesthis sp. blue, was symptom-free after 10 days and was given a second dose 3 weeks later. Surprisingly he claimed the spider was fully restored after a month, properly catching prey and showing normal behavior (link).

VII.2. Mermithid nematodes

Mermithidae (phylum Nematoda, order Mermithidae) comprises a group of parasitic nematodes with developmental hosts in Arthropoda and Mollusca. They are often confused with horsehair worms (Nematomorpha) and vice versa. Unlike Nematomorphae, Mermithid nematodes don’t have a terminal cloaca. Most Mermithid nematodes are recorded from insects and, to a lesser extent, arachnids. Infection is probably caused by ingestion of infected prey. Mermithidae are quite uncommon in our cages. Especially wild-caught specimens have been recorded. As the worm grows inside the spider’s body, the opisthosoma may be enlarged and/or deformed. In some cases the parasite is visible through the cuticle. Pedipalps might be malformed and legs might be remarkably shorter. Infected animals were often seen behaving strange, especially looking for water. Buy your prey from a reputable dealer. Don’t feed wild-caught prey, as the chances are higher they might be infected with parasites.

Mermithid parasites of spiders and harvestmen.

Heydenius araneus n. sp. (Nemathoda: Mermithidae), a parasite of a fossil spider, with an examination of helminths from extant spiders (Arachnida: Araneae).

VII.3. Nematomorphae

Nematomorphae (phylum Nematomorphae) are parasitoid animals, similar to nematodes, mainly found in damp areas such as rivers and streams. Adult worms are free living species, but the larvae parasitize arthropods. With sizes up to 2 meters, some Nematomorphae can grow quite large. Treatments prioritize defecation of parasites, followed by the injection of a solution of saline in severely dehydrated spiders. As these interventions need professional approaches, contact a veterinarian for further inspection.


VIII. MORE LITERATURE

• About wet moults: Gabriel, R. 2006. Wet moults don’t always mean death. Journal of the British Tarantula Society, 21 (2): 46-48.

• About open wounds: Journal of the British Tarantula Society (March 2015, 30 (1)).

• About abdominal hernia: Journal of British Tarantula Society (March 2015, 30 (1)).

• About Panagrolaimidae: Journal of the British Tarantula Society (February 2007, 22 (2)).

Invertebrate medicine.

Medical insects and arachnids


IX. COPYRIGHT

Special thanks goes out to Mark Alexander Eichelmann (arachnomedicine.de), Milos Anic, Patrick Meyer (poeci1.de, facebookpage), Sam Luyten and Danniella Sherwood. Thank you for your time, work and patience. Thank you for sharing your knowledge and experience.

• Text: Dennis Van Vlierberghe (facebookgroup and –page)

• Photography: Katja Schulz (flickr), Andreas Beier (facebookpage)[:]