Chilobrachys dyscolus (Simon/1886), ook wel de “Asian smokey earth tiger” of “Burma chocolate brown” genoemd, is een door haar gedrag en kleurenpatroon zeer opvallende vogelspin uit Myanmar, Maleisië, Vietnam en India (bron). Soms hoor je mensen over “Vietnam blue” praten, waarmee men de variant Chilobrachys dyscolus blue Vietnam of Chilobrachys sp. blue Vietnam bedoelt. Eerder werd de spin beschreven als Phrictus dyscolus Simon, 1886a. Hoewel chocolade in de laatste naamgeving anders laat vermoeden, verandert de spin als het ware voortdurend tussen chocoladebruin voor en zwart(blauw) na de vervelling. Moeder natuur blijft steeds weer verrassen.
I. SPECIFIEKE INFORMATIE
Wetenschappelijke naam: Chilobrachys dyscolus.
Subfamilie: Selenocosmiinae – Chilobrachini.
Nederlandse naam: /
Ook bekend als: Asian smokey earth tiger, Burma chocolate brown, Vietnam blue.
Gedateerde namen: Phrictus dyscolus Simon, 1886.
Variatie: Chilobrachys dyscolus “blue” (Chilobrachys sp. blue vietnam).
Type: Gravende vogelspin.
Categorie: Old world tarantula.
Brandharen: Nee.
Gif: Afhankelijk van de locatie van de beet en de hoeveelheid gif dat werd toegediend, kan dit een zeer pijnlijke ervaring zijn. Op heden is er echter nog geen wetenschappelijk onderzoek dat dit bevestigt.
Herkomst: Myanmar, Maleisië, Vietnam en India.
Lichaamslengte: ≤ 5-6cm. Vrouwelijke Chilobrachys dyscolus worden groter en zwaarder dan de mannetjes.
Spanwijdte: ≤ 14cm.
Groeisnelheid: Snel.
Levensverwachting: Geen betrouwbare bron beschikbaar. Wellicht worden de vrouwtjes 10 à 12 jaar (bron).
Gedrag: Nerveus, defensief en behoorlijk snel. De spin zal bij verstoring een dreigende houding aannemen en desgevallend bijten. Typerend aan het Chilobrachys-genus zijn de ondergrondse tunnels en prachtige webben die ze maken.
Toegankelijkheid (1/beginner, 10/expert): 5.
II. INFORMATIE VOOR HOUDERS
>>> Eerste hulp
Chilobrachys dyscolus leeft in tropisch vochtig en warm gebied, met droge, koele en gure winters. In juni, juli en augustus kan het langdurig regenen. De temperaturen klimmen ‘s zomers boven de 30°C. Gaat u het terrarium echter niet overdreven verhitten. De spinnen graven zich, naast het feit dat het schuchtere diertjes zijn, ook in om van de brandende zon te vluchten.
Omgevingsfactoren
Temperatuur: Zomer: 25-28°C (dag), 22-25°C (nacht). Winter: 20-22°C (dag), 16-20°C (nacht).
Luchtvochtigheid: 70-80% (zomer), 60-70% (winter). De luchtvochtigheid klimt 2 maanden voor het moessonseizoen (vanaf april) tot ongeziene, voor de mens onaangename, hoogte.
Volwassen: LxBxH: 20x20x50. Min. 3x spanwijdte in hoogte.
Kleiner dan volwassen: Min. 3x spanwijdte in hoogte.
Substraat
Volwassen: Min. 2x spanwijdte.
Kleiner dan volwassen: Min. 2,5x spanwijdte.
* De spin leeft tijdens de moesson (3-4 maanden) in vochtig gebied. Let erop dat terraria met een hoge vochtigheidsgraad extra gevoelig zijn voor mijten en andere parasieten. Neem dus uw voorzorgen.
Klimaat
Vochtig seizoen: Juni, juli, augustus, september, oktober.
Droog seizoen: Januari, februari, maart, april, november, december.
Warmste maanden: Juni, juli, augustus, september.
Koudste maanden: Januari, februari, december.
Voor meer informatie over het plaatselijke klimaat: Klik hier.
* Je kunt gerust overgaan tot een verdeling die beter samengaat met het klimaat in uw streek. Ga echter niet onder minima of over maxima en verdeel het jaar in die mate dat de spin langere of kortere seizoenen ervaart, zoals hierboven weergegeven. Dit is extra belangrijk als u zichzelf op de kweek wenst toe te werpen.
III. INFORMATIE VOOR KWEKERS
De paring bij het Chilobrachys-genus loopt niet altijd van een leien dakje. De man zal zijn aanwezigheid onmiddellijk kenbaar maken en, hoewel op zijn hoede, vergeleken met andere vogelspinnen relatief snel op zijn doel afgaan. De vrouw komt uit haar vertrouwde ondergrondse kasteel om ofwel te paren ofwel het mannetje te verorberen. Desalniettemin kan er door ervaren kwekers van het genus vrijwel jaarlijks een al dan niet bevruchte cocon bewerkstelligd worden (M. Tempelman, 2015).
• Ga pas een 4-6-tal weken (of later) nadat de spin verveld is kweken. Indien de verpaarde spin vervelt tussen paring en cocon zal uw cocon niet bevrucht zijn.
• Doorvoed de vrouw alvorens tot de paring over te gaan. Ga ze echter niet vetmesten.
• Plan de paring in het najaar, na een periode van overvloedig voedselaanbod.
• De mannetjes worden na de paring vaak de stuipen op het lijf gejaagd. Scheid het mannetje van het vrouwtje onmiddellijk na de paring.
• Houd het terrarium warm en vochtig in aanloop van de paring, om ze nadien 2-3 maanden te laten uitdrogen en de temperatuur tot 18-21°C te laten zakken. Daaropvolgend is het aangeraden de omgevingsfactoren weer op te bouwen tot zoals hierboven aangegeven, hetwelk het vrouwtje de aanzet zal geven om haar cocon te maken.
• Ongeveer 4 maanden na de paring (enkele weken nadat je de lente hebt geïntroduceerd) zal de vrouw de cocon leggen. Ontneem de cocon, indien gewenst, 4-5 weken later van het vrouwtje en plaats de eieren in een incubator met een temperatuur van 25-29°C en luchtvochtigheid nabij 100%. Deze cocon kan 150-250 eitjes bevatten.
Volwassen man
IV. WIST U DAT…
• Niet alle vogelspinnen uit het Chilobrachys-genus ondergrond leven? Chilobrachys huahini bijvoorbeeld durft er wel eens een boombewonende levensstijl op nahouden.
• Gravende vogelspinnen uit het Chilobrachys-genus een relatief lang kopborststuk en achterlijf hebben?
V. COPYRIGHT
• Tekst: Dennis Van Vlierberghe (facebookgroep en –pagina)
• Fotografie: Yvonne Kindl (flickr)