Ephebopus murinus

Ephebopus murinus

Ephebopus murinus (Walckenaer, 1837), ook wel de “Yellow knee skeleton” of “Skeleton tarantula” genoemd, is een door haar patroon op de poten zeer opvallende vogelspin uit Brazilië. Het genus behoort tot de subfamilie van de Aviculariinae, overwegend boombewonende vogelspinnen, daar de spiderlingen van het Ephebopus-genus gelijkaardige kenmerken vertonen als boomspinnen (meer info). Opvallend zijn evenwel de brandharen die niet op het abdomen, maar wel op de pedipalpen en femura terug te vinden zijn.


I. SPECIFIEKE INFORMATIE

Wetenschappelijke naam: Ephebopus murinus.

Subfamilie: Aviculariinae.

Nederlandse naam: /

Ook bekend als: Yellow knee skeleton, Skeleton tarantula.

Gedateerde namen: Mygale murina Walckenaer, 1837, Mygale bistriata Koch, 1838, Santaremia pococki FOP-Cambridge, 1896, Eurypelma bistriatum Bonnet, 1956, Aphonopelma bistriatum Schmidt, 1993.

World spider catalog

Type: Gravende vogelspin.

Categorie: New world tarantula.

Brandharen: Ja (pedipalpenfemura).

Gif: Wellicht mild. Er is geen wetenschappelijk onderzoek dat dit bevestigt.

HerkomstBrazilië, Frans-Guyana, Suriname.

Lichaamslengte: ≤ 5-6cm.

Spanwijdte: ≤ 12-15cm.

Gedrag: Nerveus en defensief. De spin zal na het afwerpen van de brandharen relatief snel een dreighouding aannemen. Daar ze zich in de eerste stadia van hun leven ongezien snel kunnen voortbewegen, is extra voorzichtigheid geboden. Ephebopus murinus is zelden zichtbaar, maar maakt bovengronds doorgaans erg warrige, maar mooie webben. Meer informatie over het graaf- en webgedrag van de spin vindt u hier.

Groeisnelheid: Snel.

Levensverwachting: Tot 15 jaar. Mannetjes sterven rond 3-4 jaar.

Beschikbaarheid: Vrij gemakkelijk te vinden.

Toegankelijkheid (1/beginner, 10/expert): 7.


II. INFORMATIE VOOR HOUDERS

>>> Eerste hulp

Ephebopus murinus leeft in tropisch vochtig gebied. Zowel temperatuur als luchtvochtigheid zijn het volledige jaar door vrij hoog en constant. De temperaturen klimmen vrijwel dagelijks boven de 30°C. Gaat u het terrarium echter niet overdreven verhitten. De spinnen graven zich, naast het feit dat het schuchtere diertjes zijn, ook in om van de brandende zon te vluchten.

Omgevingsfactoren

Temperatuur: 25-28°C (dag), 22-24°C (nacht).

Luchtvochtigheid: 75-85%.

Terrarium

Volwassen: LxBxH: 30x30x40. Min. 3x spanwijdte in hoogte.

Kleiner dan volwassen: Min. 3x spanwijdte in hoogte.

* Het terrarium heeft, buiten een grote hoeveelheid substraat, niet al te veel nodig.

* Naarmate de spin ouder wordt, komt ze vaker buiten. Voorzie voldoende oppervlakte.

Substraat

Volwassen: Min. 2x spanwijdte.

Kleiner dan volwassen: Min. 1x spanwijdte.

* De spin leeft in bebost gebied. De toegangspoort naar haar ondergronds kasteel beschut ze met takken en bladeren.

* De spin leeft in vochtig gebied. Let erop dat terraria met een hoge vochtigheidsgraad extra gevoelig zijn voor mijten en andere parasieten. Neem dus uw voorzorgen.

Klimaat

Vochtig seizoen: Januari, februari, maart, april, mei, juni, november, december.

Droog seizoen: Geen.

Warmste maanden: Augustus, september, oktober.

Koudste maanden: Geen.

Voor meer informatie over het plaatselijke klimaat: Klik hier.

* Je kunt gerust overgaan tot een verdeling die beter samengaat met het klimaat in uw streek. Ga echter niet onder minima of over maxima en verdeel het jaar in die mate dat de spin langere of kortere seizoenen ervaart, zoals hierboven weergegeven. Dit is extra belangrijk als u zichzelf op de kweek wenst toe te werpen.


III. INFORMATIE VOOR KWEKERS

In acht genomen dat man en vrouw soms als koppel in hetzelfde terrarium worden gehouden, verloopt de kweek bij het Ephebopus-genus doorgaans relatief vlot. De spinnen zullen elkaar tijdens aanvangsfase relatief lang betasten, gevolgd door een paring met een, wellicht, rustig einde. Onmiddellijk na de paring zal de vrouw zich in haar vertrouwde schuilplaats terugtrekken. Introduceer de man enkele dagen nadien nogmaals of laat het koppel enige tijd samen. In het laatste scenario durft kannibalisme wel eens optreden.

• Ga pas een 4-6-tal weken (of later) nadat de spin verveld is kweken. Indien de verpaarde spin vervelt tussen paring en cocon zal uw cocon niet bevrucht zijn.

• Doorvoed de vrouw alvorens tot de paring over te gaan. Ga ze echter niet vetmesten.

• Voorzie meerdere schuilplaatsen in het terrarium voor de man, als u beslist het koppel samen te houden.

• Plan de paring in het najaar, na een warme zomer (27-30°C) met een overvloed aan voedselaanbod en een lagere luchtvochtigheid (60-70%).

• Laat het na de paring afkoelen tot 22-26°C (overdag) en 17-18°C (nacht) en de luchtvochtigheid toenemen (75-85%).

• Ongeveer 4-5 maanden na de paring zal de vrouw de cocon leggen. Ontneem de cocon 3-4 weken later van het vrouwtje. Deze cocon kan tot 100 eitjes bevatten. Enkele maanden nadien volgt vaak nog een 2e cocon met minder bevruchte eieren (Hooijer/2002).

• De spiderlingen kunnen enkele maanden communaal worden gehouden. Voorzie een juiste hoeveelheid voedsel om kannibalisme te voorkomen. Gaat u ze na 2-3 maanden best apart huisvesten.


IV. WIST U DAT…

Ephebopus murinus haar brandharen niet op het abdomen, maar aan pedipalpen en femura draagt?

• Er ook een Ephebopus murinus “donkere vorm” bestaat? Paringen zouden enkel succesvol zijn tussen spinnen van dezelfde kleurvariant (Hooijer).

Ephebopus murinus een boombewonende levensfase doormaakt?


V. LITERATUUR

Review and clasistic analysis of the Neotropical tarantula genus Ephebopus Simon 1892 (Araneae: Theraphosidae) with notes on the Aviculariinae.

The Brazilian species of the spider genus Ephebopus Simon 1892 with description of E. uatunam e. sp.

The genus Ephebopus Simon 1892. Description of the male of Ephebopus murinus (Walckenaer), 1837.


VI. COPYRIGHT

• Tekst: Dennis Van Vlierberghe (facebookgroep en –pagina)

• Fotografie: Samuel Spreuwers (website, facebookpagina)