Pamphobeteus antinous

0.1 Pamphobeteus antinous

Pamphobeteus antinous Pocock, 1903, ook wel “Bolivian blue leg birdeater”, “Steely blue leg” of “Big black tarantula” genoemd, is een door haar grootte en kleurenpatroon zeer opvallende vogelspin uit de tropische regenwouden van Bolivië en Peru. Vrouwtjes zijn wollig zwart, met korte olijfzwarte haren, en lange rode haren op abdomen en poten. Mannetjes zijn prachtig staalblauw gekleurd met een koper- en violetachtige schijn op de femura. Pocock benadrukte in 1903 dat de beschrijving wellicht het onbekende mannetje uit Bogota betreft dat door Ausserer als Lasiodora ferox werd omschreven. In de tijd dat Pocock het orgaan  aan de pedipalpen, de bulbus, als een sleutel aanduidde om Pamphobeteus antinous van andere Pamphobeteus spp. te onderscheiden, was Pamphobeteus antinous de enige vogelspin uit het genus van buiten de Andesregio. De scheiding tussen brede en smalle palpal emboli blijkt echter Noord-/Zuidelijk en niet Oost-/Westelijk georiënteerd te zijn zoals gesuggereerd. Vaak worden Pamphobeteus spp. verward met Xenesthis spp. daar ze beiden het wel erg kenmerkende patroon achter de oogheuvel vertonen. Desalniettemin zijn ze vrij tot zeer gemakkelijk te onderscheiden, daar Xenesthis spp., in tegenstelling tot de apicale scopula pads in Pamphobetheus spp., ook scopulae vertonen aan de metatarsi van het 4e pootpaar. Vrouwtjes Pamphobeteus antinous en Pamphobeteus vespertinus werden in 1993 erg vaag beschreven door Schmidt. Volgens verschillende bronnen kunnen sommige vrouwtjes Pamphobeteus antinous wel erg groot worden, in die mate zelfs dat ze een volwaardige concurrent zouden zijn van Theraphosa blondi om tot grootste (vogel)spin ter wereld te worden bekroond.


I. SPECIFIEKE INFORMATIE

Wetenschappelijke naam: Pamphobeteus antinous.

Subfamilie: Theraphosinae.

Nederlandse naam: /

Ook bekend als: Bolivian blue leg, Steely blue leg, Big black tarantula.

Gedateerde namen: /

Confer variaties: Pamphobeteus cf. antinous big black, Pamphobeteus cf. antinous iquitos, Pamphobeteus cf. antinous rio urumbaba, Pamphobeteus cf. antinous lightning blue, Pamphobeteus cf. antinous purple earth.

World spider catalog

Type: Bodembewonende spin. In hun natuurlijke habitat werd Pamphobeteus antinous in holen tot 1,5m diep aangetroffen.

Categorie: New world tarantula.

Brandharen: Ja, type I/III (abdomen). De brandharen van de spin zijn opmerkelijk vervelend voor zoogdieren.

Gif: Wellicht mild. Er is geen wetenschappelijk onderzoek dat dit bevestigt.

Herkomst: PeruBolivia (Beni regio). Type man van Bolivia, Madre de Dios (een gebied dat evenwel in Peru voortgaat), Sorata.

Lichaamslengte: ≤ 7-8cm. Er wordt gesteld dat sommige vrouwtjes tot wel 11cm kunnen groeien.

Spanwijdte: ≤ 19/21cm.

Gedrag: Bij verstoring zal de spin een vluchtweg opteren, hetwelk wellicht gepaard gaat met het rijkelijk afstrijken van brandharen. Hiervoor zullen ze typisch het abdomen opwaarts richten. In het geval de provocatie aanhoudt, zal de spin zich draaien en haar brandharen erg gericht uw richting uitsturen. Indien Pamphobeteus antinous goed gehouden wordt, bij niet al te hoge temperaturen (zie hieronder), zal de spin zich voornamelijk ‘s nachts aan de inkom van haar verblijfplaats laten zien, wachtend op nietsvermoedend prooi.

Groeisnelheid: Snel.

Levensverwachting: Vrouwtjes kunnen tot 15 jaar worden. Mannetjes leven ongeveer 4 jaar.

Seksueel dimorfisme: Ja. Vrouwelijke Pamphobeteus antinous worden zwaarder dan de mannetjes. Mannetjes bereiken een gelijkaardige spanwijdte en zijn feller gekleurd dan de vrouwtjes.

Toegankelijkheid (1/beginner, 10/expert): 7.


II. INFORMATIE VOOR HOUDERS

Pamphobeteus leeft in tropisch vochtig en warm bebost gebied. De temperaturen kunnen hoog oplopen in het gebied, zij het dat de spin zich in bebost gebied beschut tegen deze hitte. Ze huist vaak in verlaten holen van knaagdieren, onder boomwortels en andere bovengrondse schuilplaatsen. Pamphobeteus antinous is in haar natuurlijke habitat opmerkelijk moeilijk te vinden. Sommige spinnen werden in holen tot zelfs 1,5m ondergronds aangetroffen. Waargenomen temperaturen liggen behoorlijk lager dan wat het klimaat aangeeft. Gaat u het terrarium dus niet overdreven verhitten. Met een gemiddelde neerslag van 1000-4000mm per jaar is Beni 1 van de vochtigste regio’s van Bolivië. ‘s Winters (jun-jul) bereiken koele winden van de Zuidpool en de Argentijnse Patagonia-regio het leefgebied van Pamphobeteus antinous, hetwelk de temperaturen met momenten erg drastisch laat zakken.

Omgevingsfactoren

Temperatuur: Een vrijwel constante 23-26°C (dag) en 19-22°C (nacht).

Luchtvochtigheid: 75-90%.

* ‘s Winters (jun-jul) mogen temperatuur en luchtvochtigheid droppen tot de minima. Mik op maxima doorheen het jaar.

Terrarium

Volwassen: LxBxH: 40x25x25. Min. 3x spanwijdte in oppervlakte.

Kleiner dan volwassen: Min. 3x spanwijdte in oppervlakte.

* De spin leeft in zeer vochtig gebied. Om de vochtigheidsgraad in het terrarium hoog te houden, kun je onder het substraat enkele laagjes (afgerond) grind leggen, opgevuld met water. Let erop dat terraria met een hoge vochtigheidsgraad extra gevoelig zijn voor mijten en andere parasieten. Neem dus uw voorzorgen.

* Het abdomen van de spin kan heel groot worden. Elke val kan fataal zijn. Beperk best de klimmogelijkheden van de spin door de vrije ruimte tussen substraat en plafond te beperken tot maximaal 20cm.

Substraat

Volwassen: 1-1,5x lichaamslengte. De spin zal zelden graven. Voorzie bovengronds een schuilplaats.

Kleiner dan volwassen: 1-1,5x lichaamslengte. Spiderlingen graven zich graag in. Voorzie minstens 8-10cm substraat.

* Houd het substraat vochtig, niet nat.

* Pamphobeteus antinous is een opportunistisch graver. Ontneem haar deze mogelijkheid niet.

Klimaat

Vochtig seizoen: Het hele jaar door. In juni en juli valt er drastisch minder neerslag.

Droog seizoen: Juni, juli.

Warmste maand: Het hele jaar door rond 30°C.

Koudste maand: Juni, juli.

Voor meer informatie over het plaatselijke klimaat: Klik hier.

* Je kunt gerust overgaan tot een verdeling die beter samengaat met het klimaat in uw streek. Ga echter niet onder minima of over maxima en verdeel het jaar in die mate dat de spin langere of kortere seizoenen ervaart, zoals hierboven weergegeven. Dit is extra belangrijk als u zichzelf op de kweek wenst toe te werpen.


Xenesthis’ vs. Pamphobeteus’ scopulae

Pamphobeteus spp. and Xenesthis spp. scopula pads


III. INFORMATIE VOOR KWEKERS

De kweek bij het Pamphobeteus-genus verloopt behoorlijk moeizaam. De vrouwtjes zijn niet vaak van plan de man te ontvangen. Alles hangt af van de richting waarin de pet van het vrouwtje staat, ondanks een perfecte timing en setting. Mannen worden na de paring vaak aangevallen en verorberd. Wees dus te allen tijde paraat om in te grijpen en/of verklein de kans door de man een vluchtweg aan te bieden in een groter terrarium. Voorkom dat de man naar uw hand toe vlucht door de gebruikte pincetten met vaseline in te smeren. Wees er zeker van dat je een koppel spinnen hebt uit dezelfde regio.

• Ga pas een 3-tal maanden (of later) nadat de spin verveld is kweken. Indien de verpaarde spin vervelt tussen paring en cocon zal uw cocon niet bevrucht zijn.

• Doorvoed de vrouw alvorens tot de paring over te gaan. Ga ze echter niet vetmesten.

• Plan de paring tijdens de herfst.

• Voorzie een vluchtroute voor de man.

• 2-5 maanden na de paring zal de vrouw de cocon leggen, hetwelk gemiddeld 100 eitjes telt. Ga er niet zomaar van uit dat de meerderheid zal overleven, integendeel.

• Stoor de vrouw geenszins na het verschijnen van een cocon. Ze staan erom bekend deze bij de minste verstoring op te peuzelen. Speel op zeker en ontneem de cocon van het vrouwtje een 5-tal weken nadat u de cocon ontdekt heeft. Plaats de eieren in de incubator bij een temperatuur tussen 28°C en 30°C, met luchtvochtigheid van 100%. De incubatieperiode is overigens een behoorlijke uitdaging, daar vele spinnen het vaak misvormd tot nimf schoppen. De spinnen zouden beter af zijn als ze met het hoofd naar beneden kunnen groeien.


IV. WIST U DAT… 

• Er wordt gezegd dat sommige Pamphobeteus antinous misschien wel even groot kan worden als ‘s werelds grootste vogelspin, Theraphosa blondi?

• We voornamelijk Peruviaanse Pamphobeteus antinous in onze terraria huishouden?

Pamphobeteus antinous een andere spin is dan, bijvoorbeeld, Pamphobeteus cf. antinous iquitos? “cf.” staat voor “confer”, hetwelk “vergeleken met” wilt zeggen. Deze toevoeging duidt op een onzekerheid om desbetreffende spin aan een zeker taxon toe te wijzen.

• Vogelspinnen uit het Pamphobeteus-, Xenesthis– en Vitalius-genus voor het ongetrainde oog moeilijk te onderscheiden zijn?

• Op vele (niet alle) abdomens van spiderlingen uit het Pamphobeteus-genus een mooi patroon op de rug te zien is?


V. LITERATUUR

Two new species of Pamphobeteus  Pocock, 1901 (Araneae, Mygalomorphae, Theraphosidae) from Brazil, with a new type of stridulatory organ.

Annals and magazine of natural history, vol. XI – seventh series, 1903, page 91.


VI. COPYRIGHT

• Tekst: Dennis Van Vlierberghe (facebookgroep en –pagina)

• Fotografie: Andreas Beier (facebookpagina)

• Spin op de foto: Benjamin Weber

4 thoughts on “Pamphobeteus antinous

  1. Does the Pamphobeteus antinous’s full common name is “Bolivian steely blue birdeater tarantula? And thanks to your help, I learned This tarantula was an birdeater.
    (ps.I am an korean,my grammers can be awful)

    1. Hey Kevin. Tarantulas are also known as birdeaters, a name worthy to talk about, but in fact given to the wolf spider Lycosa tarantula, which is not a bird spider. Common names are listed above. Nevertheless it’s always better to use the scientific name, (esp. for this species as there are lots of variations). Kind regards.

  2. Hello, there aren’t so many pages about antinous species. Thanks for informations.
    Are the all pamphobeteus spiderlings has pattern on their abdomen? I have a antinous sling and she doesnt have any pattern, all black.
    And what is the different between antinous and antinous Iquitos?
    I bought mine as ‘pamphobeteus antinous big black’

    1. Hey Tsuz. Thanks for your answer, and your question. It is, however, very difficult to give a proper answer. Pamphobeteus cf. antinous, stands for Pamphobeteus confer antinous, stands for “compared with”. Therefore this species is not the real Pamphobeteus antinous. It is said you can distinguish the real one from all the Peruvian spp. by its red hairs on the abdomen, hairy patellae and thinner femura. Chances are small you got the real Pamphobeteus antinous, as they are mainly wild caught. Not all Pamphobeteus spiderlings have the typical markings on their abdomen. Kind regards. Dennis.

Reacties kunnen niet achtergelaten worden op dit moment.