Geen wezen groeit zonder de nodige voedingsstoffen binnen te krijgen. Waar het voor u volstaat even langs de groothandel te passeren, zijn vogelspinnen aangewezen op hun primitieve technieken om het buikje te vullen. Hoezeer de aard van de technieken kunnen uiteenlopen, berust de overleving van een vogelspin op haar tastzintuiglijke haren en een vernuft websysteem (met verschillende webstructuren, waaronder een zijden laagje). Op deze manier kan de vogelspin, die overigens heel vaak weinig tot bijna niets kan zien, inschatten of leven nabij een gevaar vormt of als maaltijd kan dienen. Indien dit laatste het geval is, schiet de spin uit de startblokken van haar geborgen omgeving, vangt de prooi met haar voorste poten en injecteert met behulp van haar 2 grote tanden gif in het lichaam van de prooi, hetwelk de prooi doodt of verlamt. Dit maakt het de spin gemakkelijk, na verteringsenzymen te hebben toegediend, haar prooi rustig leeg te zuigen, zonder aldoor vervelende tikken van een spartelend diertje te moeten incasseren. Uiteindelijk belanden de resten van wat ooit een levend wezen was als een bolletje elders dan in de schuilplaats. Verwijder deze onmiddellijk uit de terraria, want etensresten kunnen parasieten aantrekken.
Allemaal goed en wel, maar wat eet de vogelspin eigenlijk?
Het dieet van de vogelspin bestaat voornamelijk uit insecten, ongewervelden en een beperkte hoeveelheid kleine gewervelde dieren. Krekels, sprinkhanen en kakkerlakken in al hun maten, kleuren en vormen, evenals meelwormen, fruitvliegen en motten kruisen een vogelspin vaak maar 1 keer in hun korte leven. Andere spinnen, maar soms ook kleine knaagdieren, kikkers, hagedissen en slangen staan zelden op het menu. Wat welke spin echter vaker eet, is afhankelijk van haar locatie, grootte en levensstijl. Het spreekt voor zich dat boombewonende vogelspinnen meer vliegende dieren eten dan bodembewoners, die wellicht vaker een krekeltje meer krijgen voorgeschoteld. Desalniettemin worden niet alle dieren die voorbijkomen als prooi aanzien, daar de formaten sterk kunnen verschillen. Voor de hobbyist geldt de vuistregel dat de grootte van de prooi overeenkomt met de grootte van het abdomen of net dat beetje kleiner is dan de lengte van het abdomen van de vogelspin zelf. Naarmate de vogelspin groter wordt, kunnen prooien gelijk aan de helft van de volledige spanwijdte van de vogelspin sporadisch dienst doen. Indien je kleinere prooien dan aanbevolen aanbiedt, mogen dat er gerust meerdere zijn. Afhankelijk van de vogelspin zal ze deze samen of apart vangen en verteren. Hoewel niet aanbevolen in gevangenschap, kunnen voor de grootste vogelspinnen ook eens kleine knaagdieren op het menu staan. Het gerucht gaat de ronde dat het calcium in de lichamen van gewervelden niet zo gezond zou zijn voor spinnen. Deze stelling is echter geenszins wetenschappelijk bewezen. We hielden hieromtrent een bevraging in onze facebookgroep en dit was het resultaat. Na de vangst zal de spin er meer dan een dag over doen om deze leeg te zuigen. Ook zult u een opmerkelijk groter abdomen waarnemen. Gaat u de spin desgevallend later dan normaal nogmaals wat te eten aanbieden, maar voorzie altijd een proper waterbakje.
Kan een vogelspin teveel eten?
Hierover zijn de meningen sterk verdeeld. Velen gaan ervan uit dat de vogelspin zelf zal aangeven wanneer ze niet meer wenst te eten. Zolang dit niet het geval is, is het voederen aangewezen. Ik deel deze mening echter niet. Sommige vogelspinnen staan erom bekend alles aan te vallen wat hun pad kruist. Vaak zijn dit soorten die in een habitat leven waar de voedselvoorzieningen schaars zijn en de spin instinctief alles hoort te grijpen om op overleving een kans te maken. Het consequent blijven voederen van deze vogelspinnen kan het abdomen zulke proporties laten aannemen dat elke val fataal kan zijn en de beweeglijkheid beperkt wordt. Bijgevolg wordt het moeilijker prooien te vangen en kan door het vrijwel aanhoudende contact met het substraat schimmelvorming onderaan het abdomen optreden. Niet elke vogelspin krijgt in het wild consequent prooien aangeboden. Het kan soms maanden duren tot de volgende maaltijd. Onze dieren leven echter in gevangenschap, hetwelk met zich meebrengt dat de hobbyist de verantwoordelijkheid draagt de omgevingsfactoren en het voedselaanbod optimaal te waarborgen. Algemeen wordt gesteld dat volwassen dieren, met optimale omgevingsfactoren, elke 10-14 dagen een prooi mogen nuttigen, in tegenstelling tot de jonge dieren die elke 7 dagen wat krijgen aangeboden. Als temperatuur (en vochtigheid) daalt mag er wat minder frequent gevoederd worden (winter). Zo krijgen de volwassen diertjes tijdens de koudere periode slechts 1 maaltijd per 20 dagen (en in sommige gevallen zelfs minder). Ideaal voor een vogelspin is dat de omvang van het abdomen maximaal 1,5 keer het rugschild omvat. Ga dus met dit in het achterhoofd een beetje af op het gevoel, maar pas op… Een vogelspin die net verveld is, heeft een relatief klein abdomen. Dit is normaal, hetwelk je als hobbyist niet met een overdreven voedingsaanbod moet beantwoorden. Wacht met voederen tot het lichaam van de spin verhard is (1 week bij jonge dieren, 2 weken bij grotere dieren), alvorens weer in hetzelfde voedingspatroon te hervallen. Wel is voor vogelspinnen die net verveld zijn, een waterbakje noodzakelijk.
Een vogelspin die zelf aangeeft dat ze niet meer wilt eten? Verklaar u nader…
Dat een vogelspin een prooi weigert, kan uiteenlopende redenen hebben. In eerste instantie kunnen ook zij hun buikje vol hebben. Indien dit het geval is, is het waarschijnlijk dat de prooi haar volgende ontmoeting met de vogelspin niet overleeft. Ook kan de vogelspin naar een vervelling toe gaan of zich voorbereiden op het maken van een eicocon. Wat de reden zou kunnen zijn, zou je met een beetje ervaring wel moeten kunnen voorspellen. Elke prooi die 24u na aanbod nog leeft, hoor je te uit het terrarium te verwijderen. Vogelspinnen zijn erg stressgevoelig en kunnen in het slechtste geval overlijden door de voortdurende aanwezigheid van een ongewenste prooi. In aanvulling hiervan wens ik echter nogmaals te beklemtonen dat de omgevingsfactoren optimaal horen te zijn.
Wat als mijn vogelspin niet eet, maar zienderogen verzwakt?
Vogelspinnen kunnen dehydrateren. Lees er alles over op onze pagina over eerste hulp bij spinnen. Gedehydrateerde spinnen kunnen gelijkaardig gedrag vertonen als spinnen die naar een vervelling toegaan. Uw foutieve inschatting kan het diertje zoveel stress opleveren dat het uw ingreep om ze te willen redden niet overleeft.
De voedseldieren, even op een rijtje…
Prooidieren: Het ideale prooidier is een beetje kleiner dan het volledige lichaam van de vogelspin zelf. Spiderlingen geeft u best prooidieren ter grootte van het abdomen. Indien u kleinere prooidieren voedert aan grotere vogelspinnen, mogen dat er gerust een paar tezamen zijn. Las een vastenperiode in van zodra u de grootste vogelspinnen een klein knaagdier heeft aangeboden.
Frequentie: Voeder spiderlingen en juveniles elke 5-7 dagen, terwijl u (bijna-) volwassen vogelspinnen elke 10-14 dagen voedert. Wacht na de vervelling met het voederen tot het lichaam verhard is (1 week bij jonge dieren, 2 weken bij grotere dieren). Overvoed ze niet. Dit kan desastreuze gevolgen hebben. Voeder gerust een beetje frequenter als temperatuur en vochtigheid toenemen (lente, zomer). Voeder in dezelfde mate een beetje minder tijdens herfst. Mik op een abdomen 1,5x het rugschild.
Omgevingsfactoren: Van zodra de omgevingsfactoren niet in orde zijn, kan de spin ernstig verzwakken en kunnen prooidieren geweigerd worden. Waarborg te allen tijde een goede temperatuur en een voor de spin geïndividualiseerde vochtigheidsgraad. Een waterbakje is absoluut noodzakelijk in aanloop en na afloop van een vervelling.
Huis-, steppen- en veldkrekels
Krekels komen voor in alle soorten, maten en gewichten. Meest voorkomend zijn de huiskrekels. De kleinste maten zijn, samen met fruitvliegjes, erg goed voor de spiderlingen. De grootste maten zijn iets te klein voor de grotere vogelspinnen. Deze mag je 3-6 krekels in 1 keer aanbieden. Neemt u echter wel in acht dat krekels vooral ‘s avonds en ‘s nachts erg veel geluid kunnen maken. Ook zijn ze erg snel en beschikken ze over een grote sprongkracht. Het is niet uitzonderlijk dat krekels ontsnappen en u al dan niet in uw slaapkamer ‘s nachts om de oren tjirpen.
Huisvesting: Zet de krekels in een bak van 40cm hoog en een behoorlijk grote oppervlakte. Creëer extra oppervlakte door gebruik te maken van toiletrollen en eierdozen. Daar krekels nogal kannibalistisch kunnen zijn (als ze geen goede voeding aangeboden krijgen), is oppervlakte een niet onbelangrijk gegeven.
Voeding: Groenten en fruit, hondenbrokken, bruin brood, allerlei vlokken. Voorzie een waterbakje.
Kweek: Alvorens hier verder op in te gaan, moet je weten de mannetjes van de vrouwtjes te onderscheiden. Vrouwtjes beschikken over een legboor tussen de 2 voelsprieten aan het achterlijf. Mannetjes daarentegen hebben dit niet en maken een erg tjirpend geluid om vrouwtjes te lokken en concurrenten weg te jagen. Koop enkele krekelbakjes en zet alle vrouwtjes samen met slechts een vijf- à tiental mannetjes. Ze zullen te druk bezig zijn met de vrouwtjes en bijgevolg erg weinig tot geen tjirpende geluiden meer maken. Zorg er altijd voor dat de krekels eten en water ter beschikking hebben. Voorzie een temperatuur van 27-32°C en een aflegbakje apart met licht vochtig substraat. De vrouwtjes zullen de eitjes in het aflegbakje leggen. Plaats elke 2 dagen een vers aflegbakje met licht vochtig substraat, terwijl u de voorgaande aflegbakjes onder dezelfde omgevingsfactoren in het oog houdt. De kleine krekeltjes zullen 10 dagen nadien uitkomen. Geef ze fijn gezeefd voer en voorzie een vochtig stukje keukenrol.
Maat 2: circa 3mm • Maat 3: circa 5mm • Maat 4: circa 7mm • Maat 5: circa 10mm • Maat 6: circa 15mm • Maat 7: circa 20mm • Maat 8: circa 25mm.
Sprinkhanen
Zelfs de kleinste sprinkhanen zijn te groot voor veel spiderlingen. De grotere sprinkhanen daarentegen zijn erg goed voor de grotere vogelspinnen. Sprinkhanen staan er echter om bekend nogal weinig te bewegen. Ze nestelen zich hoog in het terrarium, vaak buiten het bereik van de vogelspin. Mijn Grammostola rosea weigert consequent sprinkhanen.
Huisvesting: Zet de sprinkhanen in een bak van 40cm hoog en een behoorlijk grote oppervlakte. Creëer een hoogtegevoel binnenin met behulp van takken en dergelijke.
Voeding: Gras en havermout.
Kweek: Voorzie een temperatuur van 27-32°C en een aflegbakje apart met licht vochtig substraat. Van zodra het ogenblik is aangebroken zal de man op de rug van het vrouwtje kruipen en vaak dagenlang daar vertoeven. Na een succesvolle paring zullen de vrouwtjes het aflegbakje opzoeken, hun lichaam in de grond boren en 30-40 eitjes leggen. Ontneem het aflegbakje (en plaats een nieuw) 10 dagen nadat u de vrouwtjes dit heeft zien doen. De eerste babysprinkhanen zullen spoedig uitkomen. Breng de temperatuur naar beneden van zodra u vindt dat de hoeveelheid niet meer moet toenemen.
Baby: tussen 0,5 en 1cm • Klein: tussen 1 en 2 cm • Medium: tussen 2 en 3,5cm • Groot: rond 5cm.
Kakkerlakken
Kakkerlakken zijn een fantastische en behoorlijk magere voedingsbron voor vogelspinnen. In tegenstelling tot wat u wellicht dacht, zijn deze dieren erg proper en is de kans dat u via prooidieren parasieten in uw terrarium werpt erg klein in vergelijking tot krekels. Een ontsnapping is uitzonderlijk, maar als ze ontsnappen, hoop ik voor u dat het geen bevrucht vrouwtje was. Zorg er te allen tijde voor dat er geen schimmelvorming optreedt. Dit kan de gezondheid van uw kolonie ernstig aantasten.
Huisvesting: Zet de kakkerlakken in een bak van 40cm hoog en voorzie een behoorlijk grote oppervlakte. Plaats een legbakje met substraat en creëer extra oppervlakte door gebruik te maken van toiletrollen en eierdozen. Behoud dagtemperaturen tussen 27-33°C en een constante luchtvochtigheid rond 60%.
Voeding: Groenten, fruit en droogvoer (bv. kattenbrokken). Ververs dit zeker tweewekelijks. Kakkerlakken kunnen maximaal 10-14 dagen zonder eten, al is het wekelijks aanbieden van verse voeding het absolute minimum om uw kolonie gezond te houden.
Kweek: Van zodra de vrouwtjes eitjes hebben afgelegd, is het aan de mannetjes om de eitjesdraad te bevruchten. Eens dit achter de rug is, zal de vrouw deze draad weer in zich opnemen en de eitjes verder ontwikkelen om ze 1 à 2 dagen nadien weer af te zetten. In de hobby wordt er voornamelijk met dubia’s gekweekt. Deze kweken sneller en meer.
Meel-, buffalo- en wasmotwormen
Wormen zijn extreem sappig en zonder enige twijfel een feestmaal voor uw spin. Ze brengen echter behoorlijk veel vet met zich mee. Serveer het sporadisch.
Huisvesting: Samen in een bakje met meel.
Voeding: Kleine stukjes wortel. Van zodra de omgeving te vochtig wordt, voegt u een paar havervlokken toe.
Fruitvliegjes
Deze zijn vooral geschikt voor de allerkleinste spiderlingen. Voederen is echter niet erg gemakkelijk.
Motten
Grotere dieren, zijnde kleine knaagdieren, kikkers, hagedissen en slangen
Kikkers, hagedissen en slangen worden niet gegeven in de hobby. Indien een klein knaagdier wordt aangeboden, gebeurt dit zeer zelden, enkel aan de grootste spinnen en gevolgd door een vastenperiode.
* Meer informatie over de voedingswaarde van insecten vindt u hier of hier.
LITERATUUR
• Predation on amphibians by spiders (Arachnida, Araneae) in the Neotropcial region.
• Spiders feeding on earthworms.
COPYRIGHT
• Tekst: Dennis Van Vlierberghe (facebookgroep en –pagina)
• Fotografie: Leon Kirkbride, Sabina Hoekstra, Tijs Gerritsen, Kevin Rohr